De betekenis van het woordje ‘maatschappij’
“Wie kan mij vertellen wat het woordje ‘maatschappij’ betekent?”, vraagt de juf van groep 5 aan de kinderen in haar klas.
De kids kunnen zich er niets bij voorstellen. De juf maakt er geen punt van en spreekt met de koters af dat zij het thuis aan hun ouders kunnen vragen. Juffie zal dezelfde vraag dan de volgende dag opnieuw aan haar leerlingen stellen.
“Pfoe, dat is een moeilijk begrip”, krijgt Jantje van zijn moeder te horen als hij haar vraagt wat het woordje ‘maatschappij’ betekent. “Maar ik zal het je proberen uit te leggen. Papa brengt hier het geld binnen, dus hij is het kapitaal. En ik deel hier de lakens uit en ook de kussenslopen, dus ik ben de regering. Dan hebben we Mia, onze hulp in de huishouding, zij is de arbeid. En jij, Jantje, bent de jeugd. En Josje, onze baby, hij is de toekomst.”
Jantje knikt wat en laat de metaforen die zijn moeder gebruikt op zich inwerken. Na een beker warme chocolade te hebben gedronken gaat hij buiten voetballen.
Als hij ’s nachts in zijn bed ligt te ronketonken wordt hij wakker van het gehuil van Josje. Omdat het huilen blijft aanhouden gaat hij zelf maar eens op onderzoek uit. Zijn moeder slaapt als een roos, een os, een marmot, een vorst en wat dies meer zij: niet wakker te krijgen. Tot zijn verbazing ligt zijn vader niet aan haar zij. Omdat hij beneden gerommel hoort denkt hij dat zijn papa aan het snoepen is uit de koelkast. Eenmaal daar ontdekt hij dat zijn vader weliswaar trek had gekregen, maar zijn zinnen niet heeft gezet op iets te smikkelen maar op de hulp in de huishouding. Geschokt loopt Jantje naar boven. Hij besluit zijn broertje zelf maar te verschonen.
Direct als de les die volgende morgen begint vraagt de juf opnieuw aan de kinders wie van hen haar kan vertellen wat het woordje ‘maatschappij’ betekent. Een aantal van hen steekt de vinger hoog op. Jantje steekt hem het allerhoogst op. En krijgt de beurt. Hij heeft er inmiddels het volgende van begrepen:
“Als de regering slaapt, wordt de arbeid uitgebuit door het kapitaal en is de jeugd er om de toekomst uit de stront te halen!”
De herder en de yup
Een herder hoedt zijn kudde schapen op een ver en verlaten veld als hij een blinkend nieuwe BMW 645 cabrio in een stofwolk ziet naderen.
De bestuurder, een man elegant gekleed in een pak van Versace, schoenen van Gucci, een bril van Ray Ban en een stropdas van Yves Saint Laurent, stopt, leunt uit het raam en zegt tegen de herder: "Als ik jou precies vertel hoeveel schapen jij hebt, krijg ik er dan eentje van je?”
De herder kijkt de Yup aan en zegt: "Oké, waarom niet?"
De Yup trekt onmiddellijk zijn laptop van Toshiba op schoot en verbindt deze via Bluetooth met zijn mobieltje van KPN. Hij maakt een GPRS verbinding met Internet, surft naar een website van NASA en selecteert een navigatiesysteem om zijn exacte positie te bepalen. Hij stuurt vervolgens de data naar een andere satelliet van NASA, die het hele gebied scant en hem een ultra scherpe foto stuurt. De Yup opent Adobe Photoshop en stuurt de foto naar een laboratorium in Hamburg dat hem na enkele seconden een E-mail stuurt op zijn Palm Pilot met de bevestiging dat de foto is bewerkt en opgeslagen. Via een ODBC connectie maakt hij verbinding met een MS-SQL database en in een sheet van Excel met honderden ingewikkelde formules laadt hij alle data via de E-mail van zijn Blackberry. Na enkele minuten genereert het programma een antwoord van 150 pagina's in kleur en de Yup drukt deze af op zijn mini HP laserjet.
Hij kijkt de herder aan en zegt: "Je hebt exact 1586 schapen".
"Dat klopt", zegt de herder. "Je mag dus een schaap uitzoeken".
De Yup stapt uit, zoekt een dier uit en doet hem in zijn achterbak.
Dan zegt de herder: "Hé, als ik jouw beroep raad, geef je dan mijn dier terug?"
De Yup denkt even na en zegt: "Oké, waarom niet?"
De herder zegt: "Je bent een manager".
"Ongelooflijk!", zegt de Yup. "Hoe weet je dat?"
"Da's niet zo moeilijk" zegt de herder. "Je verschijnt terwijl niemand daarom gevraagd heeft, je stelt een vraag waar niemand op zit te wachten en je wilt betaald worden voor het antwoord, terwijl ik dat antwoord al weet. Bovendien begrijp je geen flikker van mijn werk. Dus geef mijn hond terug".
De vrouw en de verdwaalde man in de luchtballon
Een man in een luchtballon is verdwaald. Hij zakt wat en ziet een vrouw op de begane grond lopen. Hij roept haar toe: “Ik heb vrienden van mij beloofd hen over een uur ergens te ontmoeten, maar ik heb geen idee waar ik precies ben.”
De vrouw roept terug: “U bevindt zich in een ballon op ongeveer tien meter boven de begane grond. U zit tussen de 51 en de 52 graden noorderbreedte en tussen de 5 en 6 graden westerlengte.”
“U bent informaticus”, zegt de man.
“Precies! Hoe weet u dat?” vraagt de vrouw.
“Wel”, zegt de man, “u heeft mij een technisch perfecte uitleg gegeven, maar ik weet niet wat ik met die informatie moet doen en heb nog steeds geen idee waar ik me bevind. In alle eerlijkheid, u hebt me niet veel geholpen en u hebt mij bovendien nog eens kostbare tijd doen verliezen.”
“En u bent manager neem ik aan?” antwoordt de vrouw.
“Klopt! Hoe weet u dat?'
“Wel, u weet niet waar u zich bevindt, noch waar u naartoe moet. Een grote massa lucht heeft u gebracht waar u nu bent. U heeft een belofte gedaan waarvan u geen idee had hoe u die moet nakomen en u verwacht dat mensen die onder u staan, uw problemen oplossen. Het feit is dat u in dezelfde situatie zit als vijf minuten geleden, alleen is het nu ineens mijn fout.”
Vlucht 602
"Hier spreekt uw gezagvoerder. Namens mijn bemanning heet ik u welkom aan boord van vlucht 602 van New York naar Londen. We vliegen momenteel op een hoogte van 35.000 voet, halverwege de Atlantische Oceaan. Als u door de raampjes aan stuurboordzijde van het vliegtuig kijkt, ziet u beide stuurboordmotoren in brand staan. Als u door de raampjes aan bakboordzijde kijkt, ziet u dat de bakboordvleugel eraf gevallen is. Als u omlaag kijkt naar de Atlantische Oceaan, ziet u een kleine gele boot waarin drie mensen naar u zitten te zwaaien. Dat ben ik, de copiloot en een van onze stewardessen. U luistert nu naar een cassettebandje..."
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
Sherlock Holmes en Dr. Watson zijn aan het kamperen. Na een stevige maaltijd en een fles wijn, gaan ze maar eens slapen. Enkele uren later wordt Holmes wakker. Hij kan niet geloven wat hij ziet. Hij stoot zijn trouwe metgezel aan: "Watson, kijk eens naar de lucht en vertel me wat je ziet."
"Ik zie miljoenen en nog eens miljoenen sterren," antwoord Watson.
"Wat concludeer je daaruit?", houdt Holmes aan.
Watson denkt even na.
"Astronomisch gezien concludeer ik dat er miljoenen melkwegstelsels en mogelijk miljarden planeten zijn. Astrologisch gezien neem ik waar dat Saturnus in de Leeuw staat. Logisch gezien deduceer ik dat het ongeveer kwart over drie is. Theologisch gezien kan ik zien dat God almachtig is en dat wij klein en onbeduidend zijn. Meteorologisch gezien vermoed ik dat we morgen mooi weer hebben. Wat concludeer jij?"
Na enige stilte reageert Homes: "Ik concludeer dat een of andere dief onze tent heeft gestolen."