wsh
New member
De onderbouwing klinkt best sterk en logisch:
KLM hoeft het pensioen Protocol dat in 2007 met VNV (beroepsorganisatie voor verkeersvliegers) voor onbepaalde tijd is afgesproken, niet meer te handhaven. Dat is de uitkomst van een kort geding dat VNV tegen KLM heeft gevoerd. Volgens het Protocol heeft KLM indien nodig een bijstortverplichting zodat de pensioenen van de verkeersvliegers jaarlijks volledig kunnen worden geïndexeerd. Als gevolg van inwerking getreden indexatieregelingen in de Pensioenwet, kunnen de afspraken in het Protocol ertoe leiden dat KLM honderden miljoenen moet bijstorten aan het Pensioenfonds. Nadat verschillende pogingen om tot nieuwe afspraken zijn mislukt, heeft KLM het Protocol per 1 december 2016 opgezegd. Het voorlopig oordeel is dat het Protocol voorshands niet wordt aangemerkt als cao, omdat geen melding in zin van artikel 4 Wet op de loonvorming heeft plaatsgevonden, in het Protocol geen looptijd is overeengekomen en de schriftelijke bepalingen in het Protocol en cao duiden in een andere richting. Het Protocol kwalificeert als duurovereenkomst. Indien wet en overeenkomst niet voorzien in een regeling van de opzegging, is de overeenkomst in beginsel opzegbaar. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Uit diezelfde eisen kan, eveneens in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, voorvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade) vergoeding (HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854; HR 14 juni 2013, ECLI: NL:HR:2013:BZ4163; HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1134). Een zwaarwegende grond voor opzegging is aanwezig, gelet op de mogelijk grote financiële gevolgen door de onvoorziene wetswijziging ten tijde van het aangaan van het Protocol. De opzegtermijn van vier maanden is gezien de looptijd van het Protocol weliswaar relatief kort maar moet gelet op de overige omstandigheden desalniettemin worden aangemerkt als een redelijke opzegtermijn. Zo was VNV al geruime tijd op de hoogte dat KLM de bijstortverplichting niet wilde nakomen. De door VNV gevraagde voorzieningen worden afgewezen.
KLM hoeft het pensioen Protocol dat in 2007 met VNV (beroepsorganisatie voor verkeersvliegers) voor onbepaalde tijd is afgesproken, niet meer te handhaven. Dat is de uitkomst van een kort geding dat VNV tegen KLM heeft gevoerd. Volgens het Protocol heeft KLM indien nodig een bijstortverplichting zodat de pensioenen van de verkeersvliegers jaarlijks volledig kunnen worden geïndexeerd. Als gevolg van inwerking getreden indexatieregelingen in de Pensioenwet, kunnen de afspraken in het Protocol ertoe leiden dat KLM honderden miljoenen moet bijstorten aan het Pensioenfonds. Nadat verschillende pogingen om tot nieuwe afspraken zijn mislukt, heeft KLM het Protocol per 1 december 2016 opgezegd. Het voorlopig oordeel is dat het Protocol voorshands niet wordt aangemerkt als cao, omdat geen melding in zin van artikel 4 Wet op de loonvorming heeft plaatsgevonden, in het Protocol geen looptijd is overeengekomen en de schriftelijke bepalingen in het Protocol en cao duiden in een andere richting. Het Protocol kwalificeert als duurovereenkomst. Indien wet en overeenkomst niet voorzien in een regeling van de opzegging, is de overeenkomst in beginsel opzegbaar. De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Uit diezelfde eisen kan, eveneens in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval, voorvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade) vergoeding (HR 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ9854; HR 14 juni 2013, ECLI: NL:HR:2013:BZ4163; HR 10 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1134). Een zwaarwegende grond voor opzegging is aanwezig, gelet op de mogelijk grote financiële gevolgen door de onvoorziene wetswijziging ten tijde van het aangaan van het Protocol. De opzegtermijn van vier maanden is gezien de looptijd van het Protocol weliswaar relatief kort maar moet gelet op de overige omstandigheden desalniettemin worden aangemerkt als een redelijke opzegtermijn. Zo was VNV al geruime tijd op de hoogte dat KLM de bijstortverplichting niet wilde nakomen. De door VNV gevraagde voorzieningen worden afgewezen.