Boeing747
Veteran
Misschien ligt het aan mij, Dilok, maar de link die je plaatste komt bij mij niet al te genuanceerd over.
Allereerst wordt hier aangenomen dat Julio de oorlogsmisdaden zelf heeft opgebiecht terwijl het dus nog maar de vraag is of dit de werkelijke toedracht is geweest tijdens het bewuste Balidiner.
De andere aanname is dat Julio gehaat was. Door wie allemaal? Volgens andere bronnen was (of is?) TW evenmin bij iedereen even populair. Dat maak ik ook op uit jouw vorige bijdrage, Dilok.
Wie lopen er allemaal om elkaar heen bij Trans? En waarom?
Deze bron gaat er vanuit dat Julio niet alleen tijdens het Balidiner maar ook eerder een bekentenis zou hebben gedaan. Volgens een andere bron die ik in mijn bijdrage #179 citeerde is dit dus niet zo. Op grond waarvan is www.geennieuws.nl (waar de originele tekst vandaan komt) zo stellig?
Zowel de vliegtuigen van het type Dakota als van het type Lockheed Electra worden genoemd. Waarom de F-27 die inmiddels ook al in beeld is niet meteen genoemd?
Wat had de directie van Transavia moeten doen na de antwoorden van Julio in relatie met zijn verleden in de betreffende periode? En wat is er mis met de verklaring van de directie dat Julio de feiten ontkent? Of had er moeten staan dat Julio de beschuldigingen ontkent?
Van allerlei personen en betrekkingen worden er nu bijgehaald. Niet allemaal even relevant: wat heeft het met de zaak van Julio te maken dat Bot kinderen heeft die ouder zijn dan hun stiefmoeder? (Pleegmoeder is hier een onjuiste benaming). De connectie met Theo van Boven wordt me in elk geval niet duidelijk in het betreffende stuk. Of deze prof ontvangen is in Amstelveen vertelt het verhaal in ieder geval niet.
Naar het antwoord op de vraag wie Ben Bot de opdracht heeft gegeven te gaan onderhandelen ben ik ook wel benieuwd. Evenals naar de antwoorden op de daarop volgende vragen. En naar het antwoord op de eerste vraag.
Onderaan de tekst staat een voetnoot van ene Onno over de relatie tussen de broer van Ben Bot en de moeder van prins Bernhard: eerstgenoemde zou de biechtvader zijn geweest van laatstgenoemde.
Dat er allerlei politieke lijntjes lopen tussen NL, D en Argentinië memoreerde ik al eerder. Ik begeef me te zeer op glad ijs als ik hier uitspraken over ga doen.
In de laatste alinea’s waar de geïnteresseerde lezer zelf maar met enkele muisklikken naartoe moet gaan, wordt onder meer aangehaald dat dat de Argentijnse pers onze prinses Maxima heeft bedankt in verband met de arrestatie. Waarom haar bedanken? Omdat het gesprek tijdens dat Balidiner op haar vader kwam? Op 11/01/2010 kopte de Televaag: ‘Dochter Poch smeekt Maxima om hulp’. Het werd beschouwd als bij de duivel te biecht. Voor velerlei interpretatie vatbaar.
Hoe interpreteer je? In NRC Handelsblad trof ik een lezenswaardig artikel aan over interpretaties bij rechtspraak. ‘De amateur in het mijnenveld’ heet het. Het is van de hand van Folkert Jensma en verscheen in de editie van 15/08/2010. Helaas (nog?) niet op het internet verschenen.
Centraal staan de vragen of er structurele fouten in zitten en of er diepere oorzaken zijn te vinden voor een dwaling.
“Alleen dankzij inmenging van niet-juristen kwam er herziening en vrijspraak”, schrijft Jensma over de zaak van Lucia de Berk die ‘achteraf een luchtspiegeling’ bleek. “Hoe konden rechters zó overtuigd raken van haar daderschap dat ze haar én levenslang én tbs gaven? Waarna zes jaar later het medisch bewijs opnieuw werd geïnterpreteerd en bleek dat niet alleen zij niet de dader was, maar helemaal niemand.” Er was immers geen seriemoord gepleegd op zieke kinderen of bejaarden: in alle gevallen ging het om een natuurlijke dood.
Als mogelijke oorzaak van zo’n collectieve dwaling noemt Jensma dat de betreffende rechters te ontvankelijk zijn geweest voor belastende informatie, voor beeldvorming van de verdachte en zo eenzijdig negatief de feiten waardeerden.
Hendrik Gommer, een Tilburgse jurist die ook godsdienstwetenschap en biologie heeft gestudeerd, wordt erbij gehaald. Gommer is van mening dat juristen in het algemeen tekort schieten op het gebied van psychologie, biologie, sociologie én logica. De gemiddelde jurist weet niet waar het gedrag van mensen vandaan komt, hoe ze (zelf) denken, of straffen effect hebben en waar de behoefte aan straffen überhaupt vandaan komt. En ook niet of wetten wel praktisch effect hebben.
In een cursus die hij verzorgt is er uitgebreid aandacht voor ‘moraalbiologie’ als rechtsbron: of en wanneer de rechter zijn verontwaardiging laat meespreken, waar dat vandaan komt en hoe de rechter dat beredeneert in zijn uitspraak. Soms weegt de rechter de moraal onbewust zwaarder dan de wet, die daarvoor opzij wordt gezet.
In relatie met de zaak van Lucia de Berk zegt hij: “Wat de verdediging aanvoerde werd wel heel makkelijk ter zijde geschoven. Tussen de regels was er toch een bepaalde intuïtie dat ze het gedaan had. Dan gaat de rechter argumenten gebruiken die daarbij passen.”
Ik citeer Jensma: “Maar rechters menen toch dat ze volstrekt neutraal naar een zaak kijken om er daarna objectieve regels op toe te passen? Ze hanteren de formule ‘feiten x regels = uitspraak’. Feiten worden vastgesteld aan de hand van wettig bewijs. De ‘rechtelijke overtuiging’ is alleen aan het eind van het proces doorslaggevend.’
Volgens Gommer is het sowieso een fictie dat er feiten bestaan. Idem dito hetzelfde dat de mens een rationeel wezen is die ‘alles objectief kan benaderen’. Volgens hem bestaan in het recht alleen situatieschetsen, gepresenteerd door procespartijen met belangen. Naar zijn mening interpreteert de rechter door procespartijen geïnterpreteerde feiten opnieuw aan de hand van een richtlijn. Daarbij heeft hij de keus uit tenminste acht interpretatiemethodes die allemaal een andere uitkomst hebben. De belangrijkste methodes die juristen leren zijn de grammaticale, de wetshistorische, de systematische, de anticiperende, de rechtsvergelijkende, de analoge, de a-crontario en de teleologische methode. Anders gezegd: methodes die of de letterlijke tekst van de wet, de geschiedenis, de context, de waarschijnlijke bedoeling ervan, de interpretatie in andere landen of wetten, als uitgangspunt nemen. Doorgaans kiest de rechter onbewust die methode die het dichtst in de buurt komt van de uitkomst die hem redelijk voorkomt. Daarbij speelt intuïtie bij rechters net als bij andere mensen een belangrijke rol. Afhankelijk van je ervaringen of je training krijg je een andere intuïtie. Iemand die als rechter is opgeleid en ervaring heeft kan dus een ingeving krijgen omdat hij eerder al soortgelijke zaken heeft gehad: ‘Het zal wel die kant opgaan. Ik vermoed dat dit de beste oplossing is’. Daarna ontstaat er een innerlijk proces van controleren, selecteren en redeneren, voor een groot deel ook onbewust, waarin het oordeel wordt gevormd en gemotiveerd.
In dit lezenswaardige artikel wordt ook nog het fenomeen belicht van groepsdenken en loyaliteit in de rechtszaal. De rechter die dagenlang achter dezelfde tafel zit als een OVJ die hij vaak ziet, met wie hij opleiding en vakgebied deelt en misschien sociale contacten heeft. Die tafel voelt dan algauw als ‘wij tegen de rest’.
Hoe wordt de zaak van Julio geïnterpreteerd? Is er wel/geen sprake van ontvankelijkheid voor belastende informatie, voor beeldvorming van de verdachte en daaruit voortvloeiend een eenzijdig negatieve waardering van wat er is gepasseerd?
Het alweer stevig gedateerde artikel dat www.geennieuws.nl aan de kwestie spendeerde laat in elk geval meerdere interpretaties zien. Waarbij ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat het hier niet zo zeer gaat om de rol van Julio of degenen die aangifte tegen hem hebben gedaan, maar om de rol en positie van het koningshuis. En zo interpreteer ik het dus ook.
Ik ben benieuwd naar de dagboeken van Julio, wat daarin staat over de tijd waarin hij marineofficier was. Zeker nu zijn logboeken er niet meer toe lijken te doen omdat hij niet langer voor degene wordt gehouden die de toestellen op hun lugubere missie heeft gevlogen.
Ook ben ik benieuwd hoe het intussen met de procesgang is: inmiddels is het alweer bijna twee maanden geleden dat de nieuwsbronnen daarover berichtten.
Het is een raadsel waarom deze collega’s Poch kennelijk hebben aangegeven c.q. tegen hem hebben getuigd. Was het de oprechte verontwaardiging over de oorlogsmisdaden, die Poch zelf had opgebiecht en volgens de vliegers niet ontkende, of was Poch dermate gehaat, dat men besloot hem een loer te draaien.
Allereerst wordt hier aangenomen dat Julio de oorlogsmisdaden zelf heeft opgebiecht terwijl het dus nog maar de vraag is of dit de werkelijke toedracht is geweest tijdens het bewuste Balidiner.
De andere aanname is dat Julio gehaat was. Door wie allemaal? Volgens andere bronnen was (of is?) TW evenmin bij iedereen even populair. Dat maak ik ook op uit jouw vorige bijdrage, Dilok.
Wie lopen er allemaal om elkaar heen bij Trans? En waarom?
Merkwaardig is, dat de Transavia directie volgens eigen zeggen Poch in 2006 op de mat heeft geroepen om hem te vragen naar zijn verleden. Poch ( volgens de Transavia directie) ontkende toen, dat hij een verbinding had met de zgn. “dodenvluchten” (…..) Het ging hierbij in eerste instantie om vluchten met Dakota’s en later Loockheed Electra’s. De Transavia directie heeft toen geen stappen tegenover Poch genomen. Waarom niet? Poch had reeds in het zelfde jaar en daarvoor o.a op Bali tegen collega’s zijn rol in deze kwalijke zaak verteld en dus niet zoals de directie van Transavia stelt, de feiten ontkent.
Deze bron gaat er vanuit dat Julio niet alleen tijdens het Balidiner maar ook eerder een bekentenis zou hebben gedaan. Volgens een andere bron die ik in mijn bijdrage #179 citeerde is dit dus niet zo. Op grond waarvan is www.geennieuws.nl (waar de originele tekst vandaan komt) zo stellig?
Zowel de vliegtuigen van het type Dakota als van het type Lockheed Electra worden genoemd. Waarom de F-27 die inmiddels ook al in beeld is niet meteen genoemd?
Wat had de directie van Transavia moeten doen na de antwoorden van Julio in relatie met zijn verleden in de betreffende periode? En wat is er mis met de verklaring van de directie dat Julio de feiten ontkent? Of had er moeten staan dat Julio de beschuldigingen ontkent?
Vreemd is voorts dat Poch pas tijdens zijn laatste vlucht vanuit Spanje is gearresteerd. Waarom niet eerder? In december 2008 vloog Ben Bot, voormalig Nederlands minsiter van Buitenlandse Zaken naar New York om daar de Argentijnse officier van justitie Jorge Taiana te ontmoeten inzake de onderhandelingen over op handen zijnde arrestatie van Poch. Hierbij werd, daar Nederland geen landgenoten uitlevert aan de vreemd land ( Poch heeft naast de Argentijnse nationaliteit ook die van ons land) besproken wat de mogelijkheden zouden zijn, Poch in Spanje te arresteren. Wat is de rol van deze oud KVP / CDA minister ( 73 jaar en samenwonend met een 40 jaar jongere Poolse ex collega, de kinderen van Bot zijn ouder dan hun “pleegmoeder”). Bot is partner bij het Brussel / Haagse lobby bureau Meines in den Haag. Hij leerde zijn huidige partner kennen toen zij beide in Brussel werkten. Ilse Wilczek is nu werkzaam bij TNT post als PR en communicatie verantwoordelijke. Wie had Bot opdracht gegeven te gaan onderhandelen? En waarom is de Argentijnse minister van economische zaken Amado Boudou bij deze zaak betrokken? In 2007 had hij volgens eigen zeggen al met het onderzoek te maken. Economische zaken en een strafonderzoek? (…) Een andere vraag is waarom de Argentijnse onderzoeksrechter Torres in december naar Nederland kwam om ook over deze zaak te spreken, maar niet in het Transavia kantoor op Schiphol werd ontvangen, maar in Amstelveen, waar het kantoor van het in de Air France opgegane KLM is gevestigd. Moest er iets verborgen blijven? Torres had toen o.a. gesprekken met inmiddels ex collega’s van Poch.
Van allerlei personen en betrekkingen worden er nu bijgehaald. Niet allemaal even relevant: wat heeft het met de zaak van Julio te maken dat Bot kinderen heeft die ouder zijn dan hun stiefmoeder? (Pleegmoeder is hier een onjuiste benaming). De connectie met Theo van Boven wordt me in elk geval niet duidelijk in het betreffende stuk. Of deze prof ontvangen is in Amstelveen vertelt het verhaal in ieder geval niet.
Naar het antwoord op de vraag wie Ben Bot de opdracht heeft gegeven te gaan onderhandelen ben ik ook wel benieuwd. Evenals naar de antwoorden op de daarop volgende vragen. En naar het antwoord op de eerste vraag.
Onderaan de tekst staat een voetnoot van ene Onno over de relatie tussen de broer van Ben Bot en de moeder van prins Bernhard: eerstgenoemde zou de biechtvader zijn geweest van laatstgenoemde.
Dat er allerlei politieke lijntjes lopen tussen NL, D en Argentinië memoreerde ik al eerder. Ik begeef me te zeer op glad ijs als ik hier uitspraken over ga doen.
In de laatste alinea’s waar de geïnteresseerde lezer zelf maar met enkele muisklikken naartoe moet gaan, wordt onder meer aangehaald dat dat de Argentijnse pers onze prinses Maxima heeft bedankt in verband met de arrestatie. Waarom haar bedanken? Omdat het gesprek tijdens dat Balidiner op haar vader kwam? Op 11/01/2010 kopte de Televaag: ‘Dochter Poch smeekt Maxima om hulp’. Het werd beschouwd als bij de duivel te biecht. Voor velerlei interpretatie vatbaar.
Hoe interpreteer je? In NRC Handelsblad trof ik een lezenswaardig artikel aan over interpretaties bij rechtspraak. ‘De amateur in het mijnenveld’ heet het. Het is van de hand van Folkert Jensma en verscheen in de editie van 15/08/2010. Helaas (nog?) niet op het internet verschenen.
Centraal staan de vragen of er structurele fouten in zitten en of er diepere oorzaken zijn te vinden voor een dwaling.
“Alleen dankzij inmenging van niet-juristen kwam er herziening en vrijspraak”, schrijft Jensma over de zaak van Lucia de Berk die ‘achteraf een luchtspiegeling’ bleek. “Hoe konden rechters zó overtuigd raken van haar daderschap dat ze haar én levenslang én tbs gaven? Waarna zes jaar later het medisch bewijs opnieuw werd geïnterpreteerd en bleek dat niet alleen zij niet de dader was, maar helemaal niemand.” Er was immers geen seriemoord gepleegd op zieke kinderen of bejaarden: in alle gevallen ging het om een natuurlijke dood.
Als mogelijke oorzaak van zo’n collectieve dwaling noemt Jensma dat de betreffende rechters te ontvankelijk zijn geweest voor belastende informatie, voor beeldvorming van de verdachte en zo eenzijdig negatief de feiten waardeerden.
Hendrik Gommer, een Tilburgse jurist die ook godsdienstwetenschap en biologie heeft gestudeerd, wordt erbij gehaald. Gommer is van mening dat juristen in het algemeen tekort schieten op het gebied van psychologie, biologie, sociologie én logica. De gemiddelde jurist weet niet waar het gedrag van mensen vandaan komt, hoe ze (zelf) denken, of straffen effect hebben en waar de behoefte aan straffen überhaupt vandaan komt. En ook niet of wetten wel praktisch effect hebben.
In een cursus die hij verzorgt is er uitgebreid aandacht voor ‘moraalbiologie’ als rechtsbron: of en wanneer de rechter zijn verontwaardiging laat meespreken, waar dat vandaan komt en hoe de rechter dat beredeneert in zijn uitspraak. Soms weegt de rechter de moraal onbewust zwaarder dan de wet, die daarvoor opzij wordt gezet.
In relatie met de zaak van Lucia de Berk zegt hij: “Wat de verdediging aanvoerde werd wel heel makkelijk ter zijde geschoven. Tussen de regels was er toch een bepaalde intuïtie dat ze het gedaan had. Dan gaat de rechter argumenten gebruiken die daarbij passen.”
Ik citeer Jensma: “Maar rechters menen toch dat ze volstrekt neutraal naar een zaak kijken om er daarna objectieve regels op toe te passen? Ze hanteren de formule ‘feiten x regels = uitspraak’. Feiten worden vastgesteld aan de hand van wettig bewijs. De ‘rechtelijke overtuiging’ is alleen aan het eind van het proces doorslaggevend.’
Volgens Gommer is het sowieso een fictie dat er feiten bestaan. Idem dito hetzelfde dat de mens een rationeel wezen is die ‘alles objectief kan benaderen’. Volgens hem bestaan in het recht alleen situatieschetsen, gepresenteerd door procespartijen met belangen. Naar zijn mening interpreteert de rechter door procespartijen geïnterpreteerde feiten opnieuw aan de hand van een richtlijn. Daarbij heeft hij de keus uit tenminste acht interpretatiemethodes die allemaal een andere uitkomst hebben. De belangrijkste methodes die juristen leren zijn de grammaticale, de wetshistorische, de systematische, de anticiperende, de rechtsvergelijkende, de analoge, de a-crontario en de teleologische methode. Anders gezegd: methodes die of de letterlijke tekst van de wet, de geschiedenis, de context, de waarschijnlijke bedoeling ervan, de interpretatie in andere landen of wetten, als uitgangspunt nemen. Doorgaans kiest de rechter onbewust die methode die het dichtst in de buurt komt van de uitkomst die hem redelijk voorkomt. Daarbij speelt intuïtie bij rechters net als bij andere mensen een belangrijke rol. Afhankelijk van je ervaringen of je training krijg je een andere intuïtie. Iemand die als rechter is opgeleid en ervaring heeft kan dus een ingeving krijgen omdat hij eerder al soortgelijke zaken heeft gehad: ‘Het zal wel die kant opgaan. Ik vermoed dat dit de beste oplossing is’. Daarna ontstaat er een innerlijk proces van controleren, selecteren en redeneren, voor een groot deel ook onbewust, waarin het oordeel wordt gevormd en gemotiveerd.
In dit lezenswaardige artikel wordt ook nog het fenomeen belicht van groepsdenken en loyaliteit in de rechtszaal. De rechter die dagenlang achter dezelfde tafel zit als een OVJ die hij vaak ziet, met wie hij opleiding en vakgebied deelt en misschien sociale contacten heeft. Die tafel voelt dan algauw als ‘wij tegen de rest’.
Hoe wordt de zaak van Julio geïnterpreteerd? Is er wel/geen sprake van ontvankelijkheid voor belastende informatie, voor beeldvorming van de verdachte en daaruit voortvloeiend een eenzijdig negatieve waardering van wat er is gepasseerd?
Het alweer stevig gedateerde artikel dat www.geennieuws.nl aan de kwestie spendeerde laat in elk geval meerdere interpretaties zien. Waarbij ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat het hier niet zo zeer gaat om de rol van Julio of degenen die aangifte tegen hem hebben gedaan, maar om de rol en positie van het koningshuis. En zo interpreteer ik het dus ook.
Ik ben benieuwd naar de dagboeken van Julio, wat daarin staat over de tijd waarin hij marineofficier was. Zeker nu zijn logboeken er niet meer toe lijken te doen omdat hij niet langer voor degene wordt gehouden die de toestellen op hun lugubere missie heeft gevlogen.
Ook ben ik benieuwd hoe het intussen met de procesgang is: inmiddels is het alweer bijna twee maanden geleden dat de nieuwsbronnen daarover berichtten.
Laatst bewerkt: