Ingezonden artikel uit de Amigoe (Nederlandstalige krant van de Antillen en Aruba).
Wel een ander verhaal dan wat er in de kranten heeft gestaan.
Noodlanding in Puerto Rico
6 Jul, 2009, 13:42 (GMT -04:00)
OP 4 JULI vertrekt de avondvlucht naar Amsterdam met een uur vertraging. Zodra we in de lucht zijn worden de gebruikelijke nootjes en borrels geserveerd, de wensen voor het diner opgeschreven en de avondkranten opengevouwen. Het valt wel op dat we in een oud toestel zitten, het leeslampje van mijn buurman doet het niet, het bordje fasten seat belts is verdwenen en mijn vrouw worstelt met haar stoel. Na goed een uur vliegen, plotseling de mededeling, wij gaan landen in Puerto Rico. Dit veroorzaakt enige commotie bij de borrel, maar er wordt gewoon doorgelezen. Plotseling volgen de gebeurtenissen elkaar snel op, stewardessen worden onrustig, niks diner, de landing wordt een noodlanding en geen voorzorgslanding zoals in de pers staat. Vanaf de oproep ‘Purser to the cockpit’ worden de daarop volgende mededelingen steeds ernstiger. Er is een brandalarm aangegaan in de cockpit, lokatie: de staart van het toestel. Ondanks de ingezette brandblusser blijft het alarm branden, kerosine kan niet geloosd worden. Prepare for emergency, niemand van zijn plaats, stoelriemen vast snoeren, lichten doven.
Onze stewardess blijft vriendelijk, wel veegt ze in een gebaar alle tafels leeg en smijt wat er staat in een kast.
Gelukkig zien we land, dan een prepare for impact-oproep, hoofd naar je knieën, kussentje voor je hoofd, hartslagen schieten omhoog. Een stewardessenkoor begint te schreeuwen: “Prepare for impact, prepare for impact.” Met grote snelheid schieten we de landingsbaan op, remmen, remmen en vlak bij het hek komen we tot stilstand. Mijn buurman en ik, de nieuwe gevolmachtigde minister op zijn eerste werkdag slaan elkaar op de schouder, je moet toch wat doen om de spanning af te reageren. Zwaailichten, brandweer en al gauw de mededeling: “Er zijn sporen van kortsluiting in een hulpmotor, maar geen brand.” Wachten, op het einde van de landingsbaan, we moeten achteruit geduwd worden met een trekker, dit duurt even, maar we komen in beweging, totdat we, lijkt het, in een gat terechtkomen. De trekkerstang is gebroken, het toestel met 420 passagiers is te zwaar. Ten slotte lost de gezagvoerder het op en draait om zijn eigen as en zo kunnen we naar de gate pendelen.
De ontvangst in Puerto Rico is niet wat je noemt hartelijk, na negotiations mogen we er beperkt uit naar een aircoruimte met weinig stoelen, de meeste passagiers blijven vijf uur lang plakken in het toestel, geen airco, warm en benauwd. Niks mag, het openen van een deur voor de broodnodige frisse lucht kan nog net, maar je mag er niet met een sinaasappel langs lopen, want er kunnen bacteriën overvliegen vanuit Curaçao. Eindelijk, om half vijf in de ochtend, zijn de reparaties uitgevoerd en mogen we vertrekken, terug naar Curaçao. Ook hier geen spetterende ontvangst, het KLM-management blinkt uit door afwezigheid, twee Antilliaanse dames doen hun best, maar moeten met zijn tweeën 420 passagiers afhandelen, waaronder huilende kinderen en verdoold rondlopende ouderen. Voor het eerst ontstaan chaotische toestanden, op kritieke punten heeft de bemanning, cockpit en cabine, de zaak goed in de hand gehouden, maar nu gaat het mis. Mensen moeten afgevoerd worden naar hotels of terug naar huis, namen worden op kladjes geschreven, bagage wordt met vertraging uitgeladen. Vanavond om 9 uur gaan we weer vertrekken horen we van onze medepassagiers. Iedereen wil weg, wij slagen erin met een groepje een busje te bemachtigen, naar huis en naar bed.
In verband met afspraken proberen we op de vlucht van 17.30 uur te komen, maar de KLM in Curaçao is niet bereikbaar. In Amsterdam krijgen we de mededeling te horen dat we 1500 euro per persoon moeten bijbetalen voor deze omboeking. Omdat onze naam op een kladpapiertje is geschreven worden we toevallig om 15.00 uur gebeld, met de vraag of we met het toestel van 17.30 mee willen. De taxikosten van 45 dollar die we gemaakt hebben om thuis te komen proberen we te declareren, maar onze bon is niet volgens de voorschriften, zegt de onzichtbare supervisor. Aan de bemanning hebben we vermoedelijk veel te danken, maar de rest van de KLM-orgie geeft op zondag de voorkeur aan de baai en gaat maandag over tot de orde van de dag. Geef mijn 45 dollar maar aan het Rode Kruis,
JAN BINK
Curaçao