Vanuit de media is er weer volop belangstelling voor Julio.
NRC Handelsblad wijdde dd. 14/12/2009 driekwart pagina aan de voormalig verkeersvlieger. De kop van het artikel luidt: ‘Een marineofficier die gewoon wilde vliegen’. Ondertitel: ‘Argentijnse piloot Julio Poch klem tussen zijn militaire verleden en “verhalen” van Transavia-collega’s’.
Het is voor het eerst dat de krant zijn naam volledig noemt. Dit omdat zijn familie overtuigd is van zijn onschuld en van mening is dat de letter P. een crimineel van hem maakt.
In het artikel wordt een beeld geschetst van het leven dat Julio geleid heeft tot aan die voor hem en zijn dierbaren rampzalige dag van zijn arrestatie. Verder wordt ingegaan op de getuigenverklaringen, waarbij een indirecte getuige een cruciale rol blijkt te spelen.
Ik haal er enkele details uit, degenen die belangstelling hebben voor het complete artikel moeten zien een exemplaar van zojuist genoemde krant te bemachtigen óf het betreffende artikel lezen in de digitale editie óf via een tijdelijke toegangspas, te bemachtigen via het artikel ‘Twijfel bij getuigen in zaak piloot Poch’
http://www.nrc.nl/binnenland/article2437416.ece/Twijfel_bij_getuigen_in_zaak_piloot_Poch
Ik zou zo zeggen: doen!!!
Goed.
De details die ik eruit licht:
1. De arrestatie van Julio wordt door Argentinië als een belangrijk wapenfeit beschouwd.
2. Collega’s beschouwen Julio als amicaal en zeer professioneel. En streng. Een man die uitbranders kon geven als de toewijding bij anderen ontbrak. Beschaafd in hoofdletters was hij ook. “Dat kan soms arrogant overkomen”, zegt een collega-gezagvoerder. “Gecombineerd met zijn Latijnse temperament kan ik me voorstellen dat mensen soms inde gordijnen vliegen.”
3. Het precieze gesprek dat in Bali is gevoerd is niet meer te reconstrueren. Vaststaat dat er Engels werd gesproken en dat twee collega’s van Julio concludeerden dat hij had deelgenomen aan de dodenvluchten. Op foto’s is te zien dat deze collega’s bier en wijn dronken. Julio dronk die avond niet.
4. Na Bali meldden de betreffende collega’s hun verhaal bij Transavia en spraken zelf nooit meer met Julio. Transavia liet de zaak rusten na de ontkenning van Julio aangaande het zelf hebben uitgevoerd van dodenvluchten.
5. De betreffende collega’s maakten er niet direct politiewerk van. Toen een derde collega van het Bali-gesprek hoorde, stuurde deze op 15/09/2006, bijna drie jaar na ‘Bali’, een mail naar de Nationale Recherche.
6. Pas op 03/07/2008 sprak de recherche in persoon met deze ‘derde collega’. Het is deze man, die nog nooit een een-op-eengesprek heeft gevoerd met Julio, die een cruciale rol speelt in de zaak tegen de voormalige Transavia-piloot. Persoon in kwestie noemt zichzelf de chef van Julio, hetgeen niet waar blijkt te zijn. Ook verklaarde hij dat de professionele overstap van Julio naar Transavia niet te rijmen valt met zijn excellente rol als Argentijnse marine-officier, terwijl Julio al acht jaar Boeings 737 en 747 vloog voor de nationale luchtvaartmaatschappij Aerolineas Argentinas. (NB: de krant haalt meer voorbeelden aan van aantoonbare onjuistheden die door de indirecte getuige zijn verteld).
7. Zowel de kinderen van Julio als diverse (oud)medewerkers van Transavia zijn in de afgelopen weken bezocht door agenten van de Nationale Recherche met de boodschap dat zij op geen enkele manier mochten proberen de getuigen te beïnvloeden, e.e.a. op straffe van vier jaar cel. Aangezien niemand officieel weet wie precies de getuigen zijn in deze zaak, weten de mensen die bezoek hebben gehad van de Nationale Recherche formeel dus niet wie ze niet mogen beïnvloeden.
8. Volgens de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zitten verdachten in Argentinië soms tot tien jaar in voorarrest voor ze worden berecht, terwijl het volgens de landsadvocaat hooguit een jaar duurt.
9. De landsadvocaat heeft negatief gereageerd ter zake het verzoek van Julio aan de Nederlandse Staat om een uitleveringsverzoek te richten aan Spanje. Nederland ziet op dit moment geen reden hem te vervolgen. Hij is “vrijwillig naar Spanje gegaan”, aldus de landsadvocaat. Niemand “ook de staat niet” heeft hem daartoe gedwongen.
10. 18/12 a.s. beslist de voorzieningenrechter of Nederland alsnog een uitleveringsverzoek moet indienen.
De vraag die in de lead van het artikel wordt gesteld luidt: ‘Moet Nederland uitlevering vragen van de Argentijnse Transavia-piloot die wegens mogelijke betrokkenheid bij “dodenvluchten” vastzit in Spanje?’
Op deze prangende vraag antwoordt Julio’s zoon: ‘Het bewijs is dun en indirect.’
Een dag later vermeldt de Televaag dat Julio inmiddels in een isoleercel is opgesloten. Dit vanwege zijn eigen veiligheid. Hij is namelijk door medegevangenen van de ETA met de dood bedreigd. Zie:
http://www.telegraaf.nl/binnenland/5578509/__Julio_Poch_in_isoleercel__.html?p=2,1
Ook EénVandaag heeft intussen aandacht aan de zaak besteed:
http://www.eenvandaag.nl/buitenland/35452/_julio_poch_in_isoleercel_wegens_doodsbedreiging_
‘We mogen niets zeggen, maar kunnen het wel uitschreeuwen’, citeert een kop op de site van Peter R. de Vries de kinderen van Julio:
http://www.peterrdevries.nl/nieuws/kinderen-“doodspiloot”-julio-p.-aanwezig-bij-kort-geding/
Het puzzelt me of het zevende punt dat ik heb genoemd naar aanleiding van het artikel uit NRC Handelsblad, ermee te maken kan hebben dat er weinig meer te discussiëren valt naar aanleiding van dit topic.
Hans Dekkers, een oud-collega en vriend van Julio, komt in bovenvermelde links meermaals aan het woord. Volgens hem gaat het er niet om of Julio schuldig of onschuldig is, maar hoe er met de grondrechten van een Nederlands staatsburger wordt omgegaan.
Daarmee heeft hij een punt, lijkt mij.
Achter het argument van minister Ernst Hirsch Balin dat Argentinië beter in staat zou zijn om Julio te vervolgen, zijn, lijkt mij, zeker vraagtekens te plaatsen als je bedenkt dat het Joegoslavië-tribunaal nota bene in Den Haag zetelde.
Aanvankelijk kwamen er steeds meer argumenten tevoorschijn waardoor Julio de schijn meer en meer tegen kreeg. De media komen nu met andere berichten waardoor degenen die beschouwd worden als de kroongetuigen in deze zaak, meer en meer discutabel worden. ‘Maten naaien’ kan ver gaan. Is dat hier ook het geval?
De logboeken van Julio, waaruit moet blijken welke toestellen hij heeft gevlogen, zijn in beslag genomen. Waarom wordt zijn familie inzage geweigerd?
Overigens wordt in deze, alweer iets oudere tekst, verhaald in welke kisten Julio achter de knuppel zat toen hij marineofficier was:
http://www.spanjevandaag.com/opgepakte-transavia-piloot-julio-p-vloog-in-drie-typen-toestellen/
Vandaag, twee dagen voordat de voorzieningenrechter uitspraak doet, is er een artikel in het Noordhollands Dagblad verschenen naar aanleiding van het boek ‘Fout en niet goed’, auteur Koos Groen. Het gaat over de vervolging van collaboratie en verraad in WO II.
‘Vele duizenden onschuldigen werden het slachtoffer van wraakzuchtige verklikkers of hadden de schijn tegen. Een secretaresse gaf haar baas aan omdat hij met zekere regelmaat een bedragje naar de NSB had overgemaakt. Hij zat maanden vast voordat hij aannemelijk wist te maken dat het hier de Nederlandse Schaak Bond betrof. Als je eenmaal vastzat, was je volstrekt machteloos’, lees ik in het artikel.
Betrokkenen werden met volledige naam en vaak ook nog met een huisadres in de krant gezet, is verderop te lezen. ‘Dat kwam natuurlijk ook weer voort uit wraakgevoel: met die lui hoefde je geen enkele consideratie te hebben’.
Het mensbeeld van Koos Groen is wel wat versomberd door alles wat hij tegen is gekomen tijdens zijn onderzoek: ‘We zijn goed in het verdringen en verdraaien, het falen wordt altijd weggestopt. En aan de andere kant slaan we onszelf goed op de borst, als gidsland. Ja,ja.'
Is het waar dat de geschiedenis zich herhaalt?
Nogmaals, ik ken Julio niet, noch zijn verleden.
‘De kwaliteit van de samenleving laat zich alleen toetsen in de zorgvuldigheid waarmee we in gelijkwaardigheid met elkaar omgaan’, stelt de eerder genoemde Hans Dekkers.
Ook daarmee heeft hij een punt, lijkt mij. En dat mag toch niet alleen op momenten gelden waarop we blij zijn met elkaar?
Ik blijf van mening dat Julio een eerlijk proces verdient. Hoe daarbij met de grondrechten van een Nederlands staatsburger wordt omgegaan lijkt me fundamenteel en in dezen mogelijk zelfs cruciaal.