Frikadel of frikandel
Frikadel of frikandel
Een frikadel, niet te verwarren met een frikandel, is een ronde compacte gehaktbal met bepaalde kruiden. Volgens het "Etymologisch woordenboek van het Nederlands" draagt de bal deze naam al sinds het einde van de 16de eeuw. De frikadel wordt vooral in België, Duitsland, Zweden en Denemarken gegeten.
In de meeste streken van België bedoelt men met frikadel inderdaad een gehaktbal, hoewel die daar soms ook curryworst wordt genoemd. In Nederland is de frikadel niet erg bekend. De frikadel, dus zonder n, is ouder en van oudsher een soort gehaktbal, maar kan ook plat worden gedrukt tot een soort hamburger, of in een ovenschaal geplet als frikadel-pan (Indisch) worden bereid. Frikadel-pan is vaak gehakt, gemengd met aardappelen en gekruid met, onder meer, ketjap. In de Indonesische keuken wordt de frikadel perkedel genoemd.
Een frikandel (tot 2005 in Nederland officieel gespeld als frikadel) is in België en Nederland een langwerpige, donkergekleurde staaf van verschillende soorten vlees die warm gefrituurd wordt gegeten. In Vlaanderen wordt soms de oude betekenis gebruikt: een in de pan gebakken, veelal afgeplatte gehaktbal.
De eerste commerciële frikandel werd in 1954 gelanceerd in de Nederlandse stad Dordrecht. Slagersknecht Gerrit de Vries maakte gehaktballen die hij aan de horeca verkocht. Door een wijziging in de Warenwet moest hij zijn product, dat in de smaak viel bij zijn klanten, veranderen. Zijn oplossing was de vorm maar niet het recept te wijzigen: van de bal maakte hij een worst. De naam voor zijn product werd hem door een vrouwelijke snackbarhouder van Duitse afkomst ingefluisterd: daar bestond de Frikadelle, een platte gehaktbal. De Vries nam die naam over.
De zoon van De Vries geeft toe dat Jan Bekkers (die zijn naam liet wijzigen in Jan Beckers om vóór zijn concurrent en neef in de telefoongids vermeld te staan) van de gelijknamige snackfabriek uit het Noord-Brabantse Deurne de frikandel vijf jaar later vervolmaakt heeft. Hij vond zijn inspiratie bij de Amerikanen, waar de snackcultuur in opmars was, en maakte van de frikandel een glad exemplaar van fijngemalen vlees. De naam werd niet gedeponeerd; De Vries deed dat wel voor zijn Mexicano. In 2009 claimde snackfabrikant Beckers dan ook dat de frikandel op dat moment zijn 50ste verjaardag vierde.
Bovenstaand verhaal wordt in zekere zin bevestigd door het "Etymologisch woordenboek van het Nederlands". Dit boekwerk beschrijft dat het woord "frikadel" in de 16e eeuw opdook als benaming voor een (gekruide) bal gehakt. Het woord frikandel ontstond rond 1954 als merknaam voor een worstvormige frikadel, en verwerd later tot soortnaam. Het zou echter nog decennia duren voor het Groene Boekje het woord "frikandel" officieel erkende. Pas in de editie van oktober 2005 werd "frikandel" ingebracht als officieel goedgekeurde spellingsvariant van "frikadel". Taalhistoricus Ewoud Sanders beschouwt de hierboven beschreven ontstaansgeschiedenis van de frikadel echter als een reclamepraatje dat door de fabrikant de wereld in is geholpen. Volgens hem is het woord "frikandel" niets anders dan een verbastering van het woord "frikadel" - mogelijk als contaminatie van frikadel en fricandeau - die al in de taal voorkwam, lang voordat de firma Beckers werd opgericht. Het woord wordt al vanaf de 17e eeuw in verschillende varianten aangetroffen in kook- en woordenboeken, en in het Kunstwoordenboek van P. Weiland van 1824 worden frikandellen al beschreven als "kleine worsten van kalfsvleesch, wittebrood, kruiderijen, enz. in boter gebakken".
De frikandel is (onder die naam of varianten daarop) als worstvormig gekruid vlees alleen bekend in België, Nederland en Duitsland. Omliggende landen kennen doorgaans alleen de "frikadel", de gekruide gehaktbal. Verwarrend genoeg wordt in België en Duitsland op sommige plaatsen de benaming "frikandel" soms óók voor de gehaktbal gebruikt. De overeenkomst schept bij veel mensen verwarring, omdat ze een frikandel bestellen en een gehaktbal krijgen.
De frikandel raakte in 2003 enigszins uit de gratie. In dat jaar werden dertig miljoen minder frikandellen verkocht dan in 2002, volgens De Telegraaf, die zich baseerde op een onderzoek van de fastfoodbranche: de terugval van de verkoop van vette snacks heeft te maken met de recessie en met de discussie over overgewicht. Overigens bezetten de frikandel en de kroket nog wel steeds de bovenste plekken van de Nederlandse snacktoptien. Daarna volgen de bamischijf, de nasischijf, kaassoufflé, kipcorn, hamburger, gehaktbal, gehaktstaaf en loempia.
Een frikandel wordt meestal gekocht in een snackbar (frietzaak oftewel frituur) of een automatiek. De frikandel wordt gewoonlijk met een saus geserveerd, bijvoorbeeld mayonaise, pindasaus of, speciaal met curry of tomatenketchup, mayonaise en gesnipperde uitjes.
De meeste frikandellen worden tegenwoordig niet meer door slagers geproduceerd, maar door grote industriële bedrijven. Op de Nederlandse en Belgische markt zijn dat Mora en Beckers. Daarnaast is nog een aantal merkloze fabrikanten op deze markt actief.
Er werd wel eens gesuggereerd dat er van alles en nog wat in een frikandel zou zitten: slachtafval, uiers, koeienogen en vet. Industriële producenten moeten daar echter niets van weten. In de moderne frikandel vindt men kippenvlees dat achterbleef op het karkas na het fileren (40 %), ook wel separatorvlees genoemd, 25% is varkensvlees; sommige producenten voegen voor de smaak nog circa 5% paardenvlees toe. De rest is water, paneermeel, bindmiddel, kruiden, uien en smaakversterkers. Ook bestaan speciale kipfrikandellen die tot wel 80% kippenvlees bevatten en geen varkensvlees.
De frikandel kent nog diverse andere benamingen. In delen van Vlaanderen wordt de frikandel ook wel curryworst genoemd. Door de verwarring met een frikadel krijgen Nederlanders er nogal eens een soort gehaktbal geserveerd. In sommige Belgisch-Limburgse streken wordt een frikandel In de volkstaal ook wel een lange hamburger of simpelweg een "lange" genoemd.
Een frikandel speciaal wordt ook wel een "open been", "open ruggetje" of "leuning" genoemd.
Er is ook een frikandel in de Indische keuken.