finaldestiny1
Legend
http://www.nieuwerevu.nl/
De Vlieger-tapes
16 februari 2005
Op 22 januari had de Amsterdamse zakenman Erik de Vlieger een gesprek met zijn luchtvaartlobbyist Peter Kipuw, op diens kantoor in Nieuwveen. Kipuw vertelde De Vlieger over de ambtelijke krachten die zijn bedrijf op de rand van de afgrond bracht. Nieuwe Revu wist de hand te leggen op banden van dit gesprek. In nummer acht kon u al stukken van dit gesprek lezen, maar op Nieuwerevu.nl krijgt u meer.
De Vlieger: “Jij hebt met de AIVD gesproken?”
Kipuw: “Ik heb met de AIVD gesproken. Maar het verhaal is altijd: we kunnen er niks aan doen, daar willen we onze handen niet aan branden. Kijk, het zijn niet de ministers die dat doen. Ministers komen, en na vier jaar zijn ze weer opgerot. Het is iemand vaster en die is erg. Die is erger dan wie dan ook. Die duldt echt niemand op plekken. En dat is een heel gevaarlijke groep. Ik heb ook veel last gehad met ze. Ze hebben op mijn auto geschoten in Breda, vanaf een viaduct. Onze informatie is dat het een doelgericht schot was van een scherpschutter. Met de hele familie hebben we met kerst in Brussel gezeten, in de kleine kut, hoe heet het. Alles werd beschermd, we hadden politie om ons heen. Die Engelsen namen geen enkel risico. In kranten stond dat een of andere gek op een auto had geschoten.”
V: “Wie heeft dat gedaan?”
K: “We weten wel zeker dat het de Nederlandse overheid is geweest. Het Nederlandse leger. De admiraal heeft opdracht gegeven om op mijn auto te schieten. Zo ver gaan ze.”
V: “Jezus, in wat voor wereld leven we man?”
K: “Tja, iedereen denkt maar dat het democratisch is.”
V: “Maar wie zegt dat, de AIVD?”
K: “De AIVD zegt tegen mij: ‘Pas op Peter, dit speelt heel hoog. Jij bent boven het maaiveld gekomen. Een aantal mensen is daar niet zo blij mee.”
V: “Maar Peter, ik word van alle kanten aangevallen. De pers wordt geïnformeerd. Van alle kanten krijg ik ze.”
K: “Ja, dat begrijp ik ook wel. Je hebt nu Dig Istha toch als woordvoerder? Ik zou hem alles laten regelen.”
K: “Het is zo’n machtsspel, dat wil je niet weten.”
V: “Ik wil zo graag actie ondernemen.”
K: “Dat kan niet. Zeker nu niet. Ik weet dat je in de aanval het lekkerst ligt.”
V: “Maar ik ben stuk Peter.”
K: “Dat weet ik. Ik weet het. Ik zie het ook aan jou. Erik, je kan niks tegen deze mannen.”
V: “En vrouwen (zucht).”
V: “Wanneer krijg jij je spullen terug?” (Kipuw beweert tegenover De Vlieger dat de politie twee dossiers uit zijn auto heeft gestolen, red.)
K: “Die krijg ik niet terug. Die zijn waarschijnlijk ergens gedumpt. Daar heb ik discussies over gehad, maar ook daar moet ik mijn neus weghouden. Het is toch raar dat er ingebroken word, en spullen uit mijn auto worden gehaald, koud op straat.”
V: “Jij kreeg een belletje dat je moest komen, omdat je met Prins (Harm Prins, oud-directeur van Erik de Vlieger’s bedrijf, red.) hebt gepraat?”
K: “Ja.”
V: “Toen werd je verhoord?”
K: “Nou nee, ik ben niet verhoord. Daar is gewoon discussie over geweest, maar ik heb meteen ook half afgekapt, daar hou ik niet van.”
V: “Je bent toch overheidsbemiddelaar? Dan kunnen ze jou toch niet zomaar volgen?”
K: “Dat doen ze dus wel.”
V: “Die ene agent (die de bewuste auto-inbraak gepleegd zou hebben, red.), is die in een intern onderzoek gekomen?”
K: “Zo ver ik weet is hij ondervraagd, maar hij zit nog gewoon op zijn plek, dus hij zal wel goede redenen hebben om me te volgen. Misschien was ie er toevallig toen die auto er stond, dat kan gewoon gebeuren natuurlijk.”
V: “Maar jij weet wel beter.”
K: “Ik weet wel beter, maar ja goed, ik heb niks te zeggen. Mij wordt sterk afgeraden om mijn vingers er in te zetten. Dat wordt door Mark gedaan, die is niet de eerste de beste.”
V: “Mark is een schuilnaam?”
K: “Mark is een schuilnaam.”
V: “Dat is de tweede man van de AIVD. Nou, als de tweede man van de AIVD al weet dat je spullen zijn gejat door de politie, dan is er natuurlijk een heel raar contact tussen die groepen.”
K: “Natuurlijk...”
V: “De AIVD kan toch geen goedkeuring geven? Zo werkt dat toch niet?”
K: “Jij wil niet weten wat er allemaal gebeurd.”
V: “Ja, wat dan?”
V: “Donner schrijft me een brief dat ik niet als lokaas voor Air Holland ben gebruikt. Jij praat met de AIVD. Niemand wil wat zeggen, ik word gewoon door de politie aangehouden, omdat ik in een CAT-scan computer zit, gewoon om te jennen, en ik moet daar maar als een mak lam zitten?”
K: “Je kán niks doen.”
V: “Maar iedereen weet dat het een opzet is.”
K: “Dat weten ze, dat weet iedereen. Maar niemand kan dat bewijzen, niemand. Deze heren zijn zo glad.”
V: “Heb je tegen Evert (Westerhout, hoofd protocol van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, red.) gezegd dat er bij jou is ingebroken en dat je gevolgd word?”
K: “Ja, tuurlijk.”
V: “Wat zegt hij daarvan?”
K: “Hij zegt: ‘Peter, je weet hoe dat allemaal in elkaar steekt’.”
V: “Dan leven we toch in een verrot land, Peter?”
K: “We leven toch in een verrot land?”
V: “Jij bent toch overheidsbemiddelaar?”
K: “Ja, juist.”
V: “Er word op je auto geschoten?”
K: “Ja.”
V: “Omdat je een akkefietje met Damen hebt?”
K: “Nee, ik heb een akkefietje met die admiraal, omdat we die brief naar buiten hebben gegooid.” (Kipuw lekte een brief naar Stelling.nl waarin wordt beweerd dat de Nederlandse overheid een deal heeft gesloten met de Indonesische overheid over de aanschaf van marine schepen, zie http://www.stelling.nl/followup/torpedo.html red.)
V: “En weten ze ook bij de overheid dat er op je auto geschoten is?”
K: “Ja.”
V: “En weten ze ook wie dat gedaan heeft?”
K: “Ze weten wie dat gedaan heeft, ja.”
V: “Jezus, Peter, wat een wereld.”
K: “Het gat zit nog steeds in mijn voorruit.”
V: “Van die Jeep?”
K: “Ja.”
V: “Dan ga ik zo even kijken, ik heb nog nooit een kogelgat gezien.”
K: “Dat mag, er is keurig geschoten.”
V: “Maar waarom zou ik uit moeten kijken voor Cohen?”
K: “Dat is net de maffia, schijnbaar. Hij gaat over de havens en nog een aantal andere zaken.”
V: “Heb je dat ook gehoord bij de AIVD?”
K: “Ja.”
V: “Waarom zegt justitie nu dat ik niet in een onderzoek zit en geen verdachte ben, en waarom zeiden ze drie weken geleden, toen jij het vroeg, niks?”
K: “Omdat je nog steeds niet officieel uit het onderzoek bent, volgens mij.”
V: “Nou, de woordvoerder van justitie zegt van wel.”
K: “Ja, dat is ook al zes weken geleden.”
V: “Dat is waar. Ik maak me echt zorgen, snap je?”
K: “Ja, ik maak me ook zorgen.”
V: “Jij werkt voor de overheid, je hoort dat soort dingen, waar hebben we het over? Het lijkt wel alsof we in Chili wonen.”
K: “Nouja, moet je eens luisteren, sorry dat ik het moet zeggen, maar Nederland is niet zo democratisch. Er is een hele grote middenmoot, maar de top, de de directeurs, daar zitten een aantal mensen, dat wil je niet weten.”
K: “Luister, wat voor banden heb jij met het Koninklijk huis?”
V: “Niks, Wie zegt dat?”
K: “Gewoon een vraag, wat voor band heb jij met het Koninklijk huis? Mijn grootste zorg op dit moment is het reilen en zeilen van de zaak, en jezelf. Die informatie die in de kranten verschijnt, baart mij zorgen, dat baart iedereen zorgen.”
V: “Ik ben er gewoon doodziek van. Waarom wil je weten of ik banden heb met het Koningshuis?”
K: “Alles heeft nut in het Koninklijk Huis. Daar zitten een aantal machtige personen.”
V: “Nouja, Martinair is de vervoerder van het Koningshuis.”
K: “Dat werkt zo ja.”
V: “Heb jij de naam Verberk horen vallen?”
K: “Ja, die heb ik veel horen vallen, vooral de laatste dagen.”
V: “Heeft het Koninklijke Huis zich er mee bemoeit, denk je?”
K: “Nee, maar ze weten wel dat het gaande is. Ik werk voor veel bedrijven: TPG, KPN, KLM, die hebben trouwens opgezegd bij mij.”
V: “KLM heeft opgezegd?”
K: “Ja, je begrijpt wel hoe. Daar is Peter Hartman (plaatsvervangend directeur KLM, red.) nog niet klaar mee. Dat heb ik hem ook duidelijk gemaakt. Hij gaat er nu over nadenken. Hij weet dat ik afgelopen donderdag met Peijs (Karla Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat, red.) over een aantal dingen gesproken heb. Ze gaat me voor één dag aannemen.”
V: “Mooi.”
K: “Ja, dan ben ik binnen de tent, daar lopen wel wat projectjes. Zo kan ik een goeie positie voor mezelf creëren. Ze zei tegen me: ‘Whatever you need voor Exel, we zijn niet van plan jullie te water te laten gaan.”
V: “Maar iedereen weet dat ik genaaid ben.”
V: “En die intimidatie naar mij. Waarom doen ze dat?”
K: “Voor de macht. Nederlandse macht. Ze hebben natuurlijk een behoorlijke afbrander gehad.”
De Vlieger-tapes
16 februari 2005
Op 22 januari had de Amsterdamse zakenman Erik de Vlieger een gesprek met zijn luchtvaartlobbyist Peter Kipuw, op diens kantoor in Nieuwveen. Kipuw vertelde De Vlieger over de ambtelijke krachten die zijn bedrijf op de rand van de afgrond bracht. Nieuwe Revu wist de hand te leggen op banden van dit gesprek. In nummer acht kon u al stukken van dit gesprek lezen, maar op Nieuwerevu.nl krijgt u meer.
De Vlieger: “Jij hebt met de AIVD gesproken?”
Kipuw: “Ik heb met de AIVD gesproken. Maar het verhaal is altijd: we kunnen er niks aan doen, daar willen we onze handen niet aan branden. Kijk, het zijn niet de ministers die dat doen. Ministers komen, en na vier jaar zijn ze weer opgerot. Het is iemand vaster en die is erg. Die is erger dan wie dan ook. Die duldt echt niemand op plekken. En dat is een heel gevaarlijke groep. Ik heb ook veel last gehad met ze. Ze hebben op mijn auto geschoten in Breda, vanaf een viaduct. Onze informatie is dat het een doelgericht schot was van een scherpschutter. Met de hele familie hebben we met kerst in Brussel gezeten, in de kleine kut, hoe heet het. Alles werd beschermd, we hadden politie om ons heen. Die Engelsen namen geen enkel risico. In kranten stond dat een of andere gek op een auto had geschoten.”
V: “Wie heeft dat gedaan?”
K: “We weten wel zeker dat het de Nederlandse overheid is geweest. Het Nederlandse leger. De admiraal heeft opdracht gegeven om op mijn auto te schieten. Zo ver gaan ze.”
V: “Jezus, in wat voor wereld leven we man?”
K: “Tja, iedereen denkt maar dat het democratisch is.”
V: “Maar wie zegt dat, de AIVD?”
K: “De AIVD zegt tegen mij: ‘Pas op Peter, dit speelt heel hoog. Jij bent boven het maaiveld gekomen. Een aantal mensen is daar niet zo blij mee.”
V: “Maar Peter, ik word van alle kanten aangevallen. De pers wordt geïnformeerd. Van alle kanten krijg ik ze.”
K: “Ja, dat begrijp ik ook wel. Je hebt nu Dig Istha toch als woordvoerder? Ik zou hem alles laten regelen.”
K: “Het is zo’n machtsspel, dat wil je niet weten.”
V: “Ik wil zo graag actie ondernemen.”
K: “Dat kan niet. Zeker nu niet. Ik weet dat je in de aanval het lekkerst ligt.”
V: “Maar ik ben stuk Peter.”
K: “Dat weet ik. Ik weet het. Ik zie het ook aan jou. Erik, je kan niks tegen deze mannen.”
V: “En vrouwen (zucht).”
V: “Wanneer krijg jij je spullen terug?” (Kipuw beweert tegenover De Vlieger dat de politie twee dossiers uit zijn auto heeft gestolen, red.)
K: “Die krijg ik niet terug. Die zijn waarschijnlijk ergens gedumpt. Daar heb ik discussies over gehad, maar ook daar moet ik mijn neus weghouden. Het is toch raar dat er ingebroken word, en spullen uit mijn auto worden gehaald, koud op straat.”
V: “Jij kreeg een belletje dat je moest komen, omdat je met Prins (Harm Prins, oud-directeur van Erik de Vlieger’s bedrijf, red.) hebt gepraat?”
K: “Ja.”
V: “Toen werd je verhoord?”
K: “Nou nee, ik ben niet verhoord. Daar is gewoon discussie over geweest, maar ik heb meteen ook half afgekapt, daar hou ik niet van.”
V: “Je bent toch overheidsbemiddelaar? Dan kunnen ze jou toch niet zomaar volgen?”
K: “Dat doen ze dus wel.”
V: “Die ene agent (die de bewuste auto-inbraak gepleegd zou hebben, red.), is die in een intern onderzoek gekomen?”
K: “Zo ver ik weet is hij ondervraagd, maar hij zit nog gewoon op zijn plek, dus hij zal wel goede redenen hebben om me te volgen. Misschien was ie er toevallig toen die auto er stond, dat kan gewoon gebeuren natuurlijk.”
V: “Maar jij weet wel beter.”
K: “Ik weet wel beter, maar ja goed, ik heb niks te zeggen. Mij wordt sterk afgeraden om mijn vingers er in te zetten. Dat wordt door Mark gedaan, die is niet de eerste de beste.”
V: “Mark is een schuilnaam?”
K: “Mark is een schuilnaam.”
V: “Dat is de tweede man van de AIVD. Nou, als de tweede man van de AIVD al weet dat je spullen zijn gejat door de politie, dan is er natuurlijk een heel raar contact tussen die groepen.”
K: “Natuurlijk...”
V: “De AIVD kan toch geen goedkeuring geven? Zo werkt dat toch niet?”
K: “Jij wil niet weten wat er allemaal gebeurd.”
V: “Ja, wat dan?”
V: “Donner schrijft me een brief dat ik niet als lokaas voor Air Holland ben gebruikt. Jij praat met de AIVD. Niemand wil wat zeggen, ik word gewoon door de politie aangehouden, omdat ik in een CAT-scan computer zit, gewoon om te jennen, en ik moet daar maar als een mak lam zitten?”
K: “Je kán niks doen.”
V: “Maar iedereen weet dat het een opzet is.”
K: “Dat weten ze, dat weet iedereen. Maar niemand kan dat bewijzen, niemand. Deze heren zijn zo glad.”
V: “Heb je tegen Evert (Westerhout, hoofd protocol van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, red.) gezegd dat er bij jou is ingebroken en dat je gevolgd word?”
K: “Ja, tuurlijk.”
V: “Wat zegt hij daarvan?”
K: “Hij zegt: ‘Peter, je weet hoe dat allemaal in elkaar steekt’.”
V: “Dan leven we toch in een verrot land, Peter?”
K: “We leven toch in een verrot land?”
V: “Jij bent toch overheidsbemiddelaar?”
K: “Ja, juist.”
V: “Er word op je auto geschoten?”
K: “Ja.”
V: “Omdat je een akkefietje met Damen hebt?”
K: “Nee, ik heb een akkefietje met die admiraal, omdat we die brief naar buiten hebben gegooid.” (Kipuw lekte een brief naar Stelling.nl waarin wordt beweerd dat de Nederlandse overheid een deal heeft gesloten met de Indonesische overheid over de aanschaf van marine schepen, zie http://www.stelling.nl/followup/torpedo.html red.)
V: “En weten ze ook bij de overheid dat er op je auto geschoten is?”
K: “Ja.”
V: “En weten ze ook wie dat gedaan heeft?”
K: “Ze weten wie dat gedaan heeft, ja.”
V: “Jezus, Peter, wat een wereld.”
K: “Het gat zit nog steeds in mijn voorruit.”
V: “Van die Jeep?”
K: “Ja.”
V: “Dan ga ik zo even kijken, ik heb nog nooit een kogelgat gezien.”
K: “Dat mag, er is keurig geschoten.”
V: “Maar waarom zou ik uit moeten kijken voor Cohen?”
K: “Dat is net de maffia, schijnbaar. Hij gaat over de havens en nog een aantal andere zaken.”
V: “Heb je dat ook gehoord bij de AIVD?”
K: “Ja.”
V: “Waarom zegt justitie nu dat ik niet in een onderzoek zit en geen verdachte ben, en waarom zeiden ze drie weken geleden, toen jij het vroeg, niks?”
K: “Omdat je nog steeds niet officieel uit het onderzoek bent, volgens mij.”
V: “Nou, de woordvoerder van justitie zegt van wel.”
K: “Ja, dat is ook al zes weken geleden.”
V: “Dat is waar. Ik maak me echt zorgen, snap je?”
K: “Ja, ik maak me ook zorgen.”
V: “Jij werkt voor de overheid, je hoort dat soort dingen, waar hebben we het over? Het lijkt wel alsof we in Chili wonen.”
K: “Nouja, moet je eens luisteren, sorry dat ik het moet zeggen, maar Nederland is niet zo democratisch. Er is een hele grote middenmoot, maar de top, de de directeurs, daar zitten een aantal mensen, dat wil je niet weten.”
K: “Luister, wat voor banden heb jij met het Koninklijk huis?”
V: “Niks, Wie zegt dat?”
K: “Gewoon een vraag, wat voor band heb jij met het Koninklijk huis? Mijn grootste zorg op dit moment is het reilen en zeilen van de zaak, en jezelf. Die informatie die in de kranten verschijnt, baart mij zorgen, dat baart iedereen zorgen.”
V: “Ik ben er gewoon doodziek van. Waarom wil je weten of ik banden heb met het Koningshuis?”
K: “Alles heeft nut in het Koninklijk Huis. Daar zitten een aantal machtige personen.”
V: “Nouja, Martinair is de vervoerder van het Koningshuis.”
K: “Dat werkt zo ja.”
V: “Heb jij de naam Verberk horen vallen?”
K: “Ja, die heb ik veel horen vallen, vooral de laatste dagen.”
V: “Heeft het Koninklijke Huis zich er mee bemoeit, denk je?”
K: “Nee, maar ze weten wel dat het gaande is. Ik werk voor veel bedrijven: TPG, KPN, KLM, die hebben trouwens opgezegd bij mij.”
V: “KLM heeft opgezegd?”
K: “Ja, je begrijpt wel hoe. Daar is Peter Hartman (plaatsvervangend directeur KLM, red.) nog niet klaar mee. Dat heb ik hem ook duidelijk gemaakt. Hij gaat er nu over nadenken. Hij weet dat ik afgelopen donderdag met Peijs (Karla Peijs, minister van Verkeer en Waterstaat, red.) over een aantal dingen gesproken heb. Ze gaat me voor één dag aannemen.”
V: “Mooi.”
K: “Ja, dan ben ik binnen de tent, daar lopen wel wat projectjes. Zo kan ik een goeie positie voor mezelf creëren. Ze zei tegen me: ‘Whatever you need voor Exel, we zijn niet van plan jullie te water te laten gaan.”
V: “Maar iedereen weet dat ik genaaid ben.”
V: “En die intimidatie naar mij. Waarom doen ze dat?”
K: “Voor de macht. Nederlandse macht. Ze hebben natuurlijk een behoorlijke afbrander gehad.”