Opleidingsfase 1: Koninklijke Militaire Academie KMA (overzicht)

Diana

Active member
Als je door de selectie bent gekomen, kun je beginnen aan de eerste fase van de opleiding. Deze fase bestaat uit een opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. De KMA leidt al sinds 1828 officieren op voor de Nederlandse krijgsmacht. Tegenwoordig worden alle officieren die een functie bij de Landmacht en Luchtmacht gaan vervullen op de KMA opgeleid. Sinds 2005 is de KMA onderdeel geworden van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA), waarmee de KMA ook adelborsten in de opleidingen worden opgenomen. De opleiding tot Officier Vliegoperatiën is tegenwoordig in twee varianten mogelijk, namelijk middels de Korte Officiersopleiding (KOO) en de Militair-wetenschappelijke opleiding (MWO).

Augustus%20lichting%202007%20-%20melden%20bij%20de%20poort.JPG

Opkomst augustus 2007​

Korte Officiersopleiding

De meest gevolgde opleiding voor aspirant-vliegers is de KOO. Tijdens de Korte Officiersopleiding doe je in 6 maanden tijd de elementaire kennis en vaardigheden op die je nodig hebt als militair. Je begint met de Algemene Luitenantsopleiding (ALO).

Dit deel is erop gericht om je militair te maken, waarbij meteen ook de eerste stappen in leiderschap, training en vorming zijn geïntegreerd. Je leert onder meer het schieten, exerceren, kaartlezen, militaire EHBO en je leert jezelf te beschermen tegen nucleaire, biologische en chemische strijdmiddelen. Je volgt in deze periode zes maal een oefening te velde (OTV). Zonder op de inhoud van deze oefeningen in te gaan zijn deze oefeningen als volgt in te delen:

  • OTV 1: Introductiebivak, een kennismaking met het militaire bestaan. Basiselementen van het leven als soldaat worden je aangeleerd. Dit bivak heeft vaak een grote uitval omdat veel cursisten de cultuurschok te groot vinden. Veel aspirant-vliegers verkijken zich op deze periode en geven hun droom om vlieger te worden op. De periode is zowel mentaal als fysiek erg heftig.
  • OTV 2: Er gaan een aantal weken voorbij eer de tweede oefening aan bod komt. In deze oefening worden de aangeleerde – doch vaak vergeten basisvaardigheden op krachtige wijze herhaald.
  • OTV 3: Volgt snel op de tweede oefening te velde en gaat verder door op de militaire vaardigheden.
  • OTV 4: Een oefening gericht op statisch optreden. De cadetten voeren het principe van objectbeveiliging uit en brengen nieuwe vaardigheden in de praktijk.
  • OTV 5: Deze oefening is voor de Luchtmachtcadetten toegespitst op doorzettingsvermogen en slaapdeprivatie. Het is een fysiek zeer uitdagende oefening.
  • OTV 6: De eindoefening van de ALO. Hierbij worden alle aangeleerde elementen uitgebreid beproefd. Dat betekend niet alleen het hanteren van basisvaardigheden, maar ook het tonen van fysieke en mentale kracht. Na de oefening volgt de eerste bevordering tot Cadet Korporaal.

De bovenstaande oefeningen wordt aangevuld door een Grens Verleggende Activiteit (GVA) –het rotsklimmen. Hoewel geen opleidingseis vormt de kennismaking met de vereniging voor cadetten, het Cadettencorps, tevens een onderdeel van de ALO.

Voor de aspirant-vliegers in de KOO eindigt hier de opleiding aan de KMA. Een overplaatsing naar de EMVO volgt vlot daarna.

Militair-Wetenschappelijke Opleiding

73640420.jpg

Studeren in uniform​

De Militair-wetenschappelijke opleiding duurt minstens vier jaar en je diploma kan je op termijn toegang bieden tot de hogere officiersrangen. Cadetten van de luchtmacht volgen de wetenschappelijke opleiding aan de Faculteit Militaire Wetenschappen. Afhankelijk van je VWO-profiel, biedt de Faculteit Militaire Wetenschappen de aspirant-vlieger vijf wetenschappelijke Bachelor-programma’s:

  • Krijgswetenschappen (Breda)
Deze studierichting gaat in op de situaties waarin de krijgsmacht te maken krijgt met wapengeweld. Denk daarbij niet alleen aan oorlogssituaties maar ook aan andere conflictvormen, zoals terreur(bestrijding). De studie richt zich nadrukkelijk ook op het herstel en de handhaving van een vreedzame samenleving.​

  • Militaire Bedrijfswetenschappen (Breda)
Centraal tijdens deze studie staat de vraag: hoe kan een organisatie in het algemeen en de krijgsmacht in het bijzonder worden aangestuurd om de gewenste doelen en resultaten te bereiken? Aan bod komen de bedrijfskundige vraagstukken van Defensie, zoals personele, logistieke, financieel-economische en veiligheidsvraagstukken.​

  • Technische Wetenschappen (Den Helder)
De technisch opgeleide officier is verantwoordelijk voor de inzet en instandhouding van het technologisch hoogwaardig materieel en de verschillende militaire systemen van Defensie. Deze studierichting gaat in op diverse technologische toepassingsgebieden, zoals bijvoorbeeld
luchtvaarttechniek, materiaalkunde, maritieme techniek, navigatiesystemen en elektrotechniek.​

  • Civiele Techniek (Breda/Enschede)
Deze geaccrediteerde studie wordt gegeven in samenwerking met de Universiteit Twente en gaat in op het ontwerpen en analyseren van civieltechnische systemen, in wisselwerking met de maatschappelijke en fysieke omgeving. De vakken zijn waar nodig in een militaire context geplaatst. Ook krijg je specifiek militaire vakken.​

  • Communicatie-, Informatie- en Commandovoeringssystemen (Den Helder)
Deze opleiding richt zich op vraagstukken die zich voordoen bij de inzet van de verschillende ICT-systemen binnen de krijgsmacht. Het is een technisch georiënteerde studie die zowel informatie- als communicatietechnologie behandelt en ingaat op de samenhang van de verschillende
ICT-systemen met de commando- en bedrijfsvoering.​


Welke studierichting je ook kiest, je opleiding begint met het eerste deel van de Algemene Luitenantsopleiding (zie: ALO1). Daarop volgt de Gemeenschappelijke Officiersopleiding waarin je een inleiding krijgt in vakken als Militaire Bedrijfswetenschappen, Krijgswetenschappen en Technische Wetenschappen. In de daaropvolgende semesters vervolg je je studie met één van de vijf Bachelorprogramma’s. Daarbij voer je ook een (leer)onderzoek uit. Dit is een actieve werkvorm waarbij je bijvoorbeeld een literatuurstudie doet of een militair-technisch onderwerp onderzoekt.

Academische vaardigheden, zoals spreken en schrijven in het Nederlands en Engels, debatteren en wetenschappelijke onderzoeksmethoden lopen door het gehele Bachelorprogramma. Je sluit je Bachelorprogramma af met het schrijven van een scriptie.

Tijdens je opleiding zijn regelmatig ’groene momenten’ ingebouwd, waarin je je militaire vaardigheden aanleert en op peil houdt. Ieder jaar zijn er ongeveer drie weken beschikbaar voor het onderhouden van deze vaardigheden. De oefeningen die in deze perioden worden gehouden hoeven niet per sé te velde plaats te vinden. In het derde jaar is een lange oefenperiode ingedeeld. In deze negen weken worden de derdejaars cadetten uitgebreid getraind in de militaire vaardigheden. In de toekomst zullen de Luchtmachtcadetten hoogstwaarschijnlijk een meer krijgsmachtdeel gericht programma krijgen.

Aan het eind van de opleiding is een periode van 18 weken militaire training geplant. Anders dan de cadetten van de Landmacht vervolg je als aspirant-vlieger echter de vaktechnische-opleiding (VTO) op de reguliere wijze, hetgeen inhoud dat je niet 18 weken in het veld aan het werk bent, en direct begint aan de EMVO te Woensdrecht.

diploma-uitreiking%202005%20041.jpg

Diploma-uitreiking op de KMA​

De militair die via de Officiersopleiding Lang Model (OLM) waarvan de bachelorstudie deel uitmaakt, wordt opgeleid tot officier, wordt bevorderd tot 2e luitenant met ingang van de dag gelegen 4 jaar na aanvang van de opleiding indien het voor hem geldende reguliere opleidingstraject tot dan toe binnen de normale termijnen succesvol is doorlopen **. Na het afronden van de Vaktechnische Opleiding ontvang je het Officiersdiploma voor Militair-wetenschappelijke Opleiding.

* De Nederlandse Defensie Academie werkt hard aan de accreditatie van de Faculteit Militaire Wetenschappen en haar militair-wetenschappelijke opleidingen. Dankzij de samenwerking met de Universiteit Twente is aan de opleiding Civiele Techniek al een erkende Bachelor-titel toegekend. De andere opleidingen worden naar verwachting niet vóór 2009 geaccrediteerd.
** Art.26 Beleidsregel aanstelling, functietoewijzing en bevordering Defensie.
 
Last edited by a moderator:
Back
Top