Op een operationeel sqn valt altijd wel wat te doen; zoals eerder opgemerkt is er veelal sprake van neventaken. Je moet je voorstellen dat een OPS-afdeling -en dan spreek ik even alleen van de vliegers- van een sqn is opgedeeld in zo'n 4 eenheden, 'vluchten' genaamd. Deze 4 vluchten hebben, naast het up-to-date houden van vliegvaardigheden en theoretische kennis, elk een eigen taak binnen het sqn. Zo zal de ene vlucht zich bezighouden met aspecten van vliegveiligheid en een ander weer met zaken als TACTESS en weer een ander met promotionele zaken van het sqn.
Een vlucht bestaat normaal gesproken uit 4 tot 6 vliegers met aan het hoofd een zogeheten vluchtcommandant. De OPS-officier zwaait de scepter over het geheel aan vluchten, de nav-, intel,- ops-, ult-, en liaisionafdelingen.
Zoals meestal wel wordt verteld tijdens de KLu-voorlichtingen, vliegt de gemiddelde vlieger maar zo'n 180 uur per jaar. Reken maar uit en je komt tot de conclusie dat dit neerkomt op zo'n 3x per week vliegen. Je houdt dus tijd over voor een hoop andere dingen. Denk naast de officiele neventaken ook aan zaken als voorbereiding op uitzendingen, simulator, dinghydrillen, bevoorraden van de bar :haha:, functioneringsgesprekken, cursussen volgen (van leiderschapstraining tot mediatraining) en noem het maar op!
Is je vraag zo een beetje beantwoord?
P.S.
In de praktijk ben ik maar weinig fanatiek sportende vliegers tegengekomen....