SCHAFFEN 2016
Dit jaar zou er eens een keer geen regen zijn. De weersverwachting gaf een hoog van 1025 HPa, maar het wegbranden van de bewolking liet nogal op zich wachten. Op vrijdagmorgen 12 augustus was het nog behoorlijk bewolkt, en toen wij op Schaffen-Diest aankwamen na een klein halfuurtje vliegen, was het veld nog zeer nat van een week lang regenbuien en op sommige plaatsen onbegaanbaar. Zelfs op onze parkeerplaats was het mos nog soppig. Maar een paar uur later brak de zon door en konden de zonnebrillen op.
Ook dit jaar stond Guy Valvekens als eerste naast het vliegtuig om ons te verwelkomen. Dat doet hij met elke bezoeker -- en vanwege het mooie weer waren dat er zeer veel.
Hoe het mogelijk is weet ik niet -- de altijd al perfecte organisatie was nog beter geworden. Smaken verschillen, maar er was een band die nu eens een keer geen onverdraagbare herrie produceerde. Misschien waren de jeugdigen er niet zo blij mee maar ik denk dat het voor veel mensen een verademing was.
Ik was mijn grote waterfles vergeten in te pakken, een essentieel iets als je voor meerdere mensen thee wilt kunnen serveren bij de tent. Geen nood, we konden lege flessen van de bar meenemen als we die na afloop weer inleverden. Er was zoveel catering dat ik mij weer afvroeg waarom ik een tas vol mandarijnen, broodges, mueslibolletjes, koekjes en beleg eigenlijk had meegenomen.
Ik kom nu al 14 jaar op Schaffen-Diest en je ontmoet telkens dezelfde echte liefhebbers van klassieke vliegtuigen. Zoals Peter Bishop, die ook dit keer met zijn Miles Messenger G-AJOE uit Engeland was gekomen. Waar vind je tegenwoordig nog verzameling toestellen van meer dan 75 jaar oud die niet in een museum staan maar door hun eigenaren naar een fly-in worden gevlogen? Er zijn op het Europese continent drie plekken waar dat gebeurt: de tweejaarlijkse Oldtimertreff op Hahnweide in Duitsland, de KZ-rally in Stauning, Denemarken, en Schaffen-Diest in België. Er staan dan natuurlijk ook de nodige moderne toestellen, maar die worden wat verder weg geparkeerd. Mijn Comanche uit 1970 is een jonkie van onder de vijftig dus die staat niet op de display line. Erg vind ik dat niet, want de grond waar ik geparkeerd stond was een stuk minder drassig.
De grasbaan van 750 meter was prima, maar als je wat zwaarder bent moet je met het natte gras wel gaan rekenen of je nog wegkomt en de taxiweg naast de baan is problematisch hobbelig voor een toestel met weinig prop clearance of laaghangende gear doors. Er kon op het veld getankt worden, maar alleen met cash worden betaald. Voor mij betekende dat: niet tanken. Met nog 100 liter kon ik nog een eind komen en volgetankt met 435 liter op 750 meter nat gras is vragen om stress, en een dikke portemonee vol honderdjes niet iets waar je op een terrein vol marktkraampjes graag mee rondloopt.
Op dat marktterrein was genoeg te zien. Tegelijk met de vliegtuigen komen ook honderden klassieke auto's naar het evenement, choppers en andere motorfietsen waar de bestuurders op zitten in vreemde houdingen, oude tractoren en woonwagens. Het publiek dat dit trekt wordt bediend met kraampjes vol nostalgische borden en accessoires, maar echte onderdelen zijn toch ver te zoeken. Voor de luchtvaartliefhebbers zijn er kraampjes met modellen, vliegerjacks, overalls, enz., maar er is geen een pilot shop. Wel kan je in de cockpt van een F16 klimmen of de zweefvlieg simulator proberen.
Het vliegveld bestaat dit jaar honderd jaar als militair trainingsveld voor parachutisten. Er was een jubileumboek en een tentoonstelling. De Belgische luchtmacht was vertegenwoordigd met een formatie van vier Siai Marchetti SF260s die een mooie strakke show lieten zien. Daarna gaven de vier S.11s van de Fokker Four formatie acte de présence, en een groepje Stampe SV4's. Gelukkig met originele Gipsy Major motoren en niet de gemutileerde Stampes die ik in Frankrijk met boxermotoren heb zien staan. En Hanno Wesdorp liet ter afscheid even het geluid van een voorbijracende At-6A Texan horen.
De echte diehards komen op vrijdag, slapen in een tent bij hun toestel, en vertrekken op zondagmiddag. Zo ook wij, maar we konden op zondag toch niet lang blijven. Ik moest om vijf uur 's middags op de trein naar Duitsland en mijn vliegmaat had een verjaardag. We vlogen in een grote driehoek terug naar Rotterdam -- westwaarts naar Koksy langs de smalle corridor tussen EBBR en EBAW, aanvankelijk in zeer matig zicht op 1500 voet, maar het klaarde op en bij Oostende konden we op 2500 voet Dover zien liggen. Van Koksy vlogen we naar Calais waar de peut een euro goedkoper per liter is dan op Rotterdam (dat scheelt nogal op je bankrekening als je 400 liter gaart tanken). Weer volgetankt vlogen we in het beste vliegweer van het jaar naar Rotterdam. Het was op 3500 voet zo helder dat je van Knokke IJmuiden kon zien liggen en Nederland er als een landkaart bij lag.
EBDT 2016 was een zeer geslaagd weekend en de moeite waard om daarvoor met de trein uit Zuid-Duitsland heen en weer te reizen. En als je aan het eind van een lange terugreis met vertragingen door spoorwerkzaamheden thuis aankomt, en uit pure vermoeidheid je slaapmatje uit je handen laat glippen en het ding de helling af ziet rollen en onder een auto ziet verdwijnen, en je om kwart voor twee 's nachts met een geimproviseerde stok op de straat ligt om het ding naar je toe te hengelen, dan nog denk je: al moet ik er van Timboektoe heen komen, volgend jaar ga ik beslist weer.