Zweefvlieger

Diana

Active member
zweefstrip.jpg


Het zweefvliegen is bij uitstek een tak van de vliegsport waarin je de essentie van het vliegen leert. Voor jongeren is het zweefvliegen een interessante en leerzame kennismaking met de luchtvaart waar je al met je 13e mee kan beginnen (met je 14e mag je solo). Vele beroepsvliegers zullen je kunnen vertellen dat je de rest van je carrière profijt hebt van je zweefvliegervaring. Ook op latere leeftijd is zweefvliegen een geweldige hobby.

[H2]Zweefvliegseizoen[/H2]
Het zweefvliegseizoen loopt van maart t/m oktober, een periode waarin de meeste kans is op thermiek. Deze thermiek ontstaat door verwarming van het aardoppervlak door de zon, waardoor luchtbellen loskomen van het aardoppervlak. Deze luchtbellen gaan omhoog (warme lucht stijgt ten opzichte van koude lucht, denk maar aan een pan met kokend water) en als je als zweefvliegtuig daarin komt, ga je mee omhoog. Het is de sport om zo lang mogelijk in de lucht te blijven door het opzoeken van thermiek. Zo kun je afstanden van honderden kilometers afleggen en vele uren in de lucht blijven.

[H2]Starts[/H2]
Bij het zweefvliegen gaat het - in tegenstelling tot het motorvliegen - niet zozeer om het aantal uren wat je hebt gevlogen maar om het aantal starts wat je hebt gemaakt. Een start geschiedt door middel van oplieren door een kabel of opslepen door een vliegtuig. Wil je naar een grotere hoogte, dan kies je voor het opslepen door een vliegtuig, waarbij je wordt losgekoppeld op bijv. 500 of 1000 meter. De lier gaat tot een hoogte tussen de 300 en 500 meter, afhankelijk van de lengte van de baan. Lieren is bij clubs vaak bij de lidmaatschapsprijs inbegrepen, opslepen door een sleepvliegtuig niet.

Bij motorvliegen werkt men met hoogte in voeten, afstand in nautische mijlen en snelheid in knopen. Bij het zweefvliegen is het net als in het gewone verkeer: meters en kilometers.

[H2]Opleiding[/H2]
Er is een groot aantal velden in Nederland en België waar men kan zweefvliegen, zelfs op militaire velden is vaak een zweefvliegclub aanwezig.
Bij de meer dan 40 Nederlandse zweefvliegclubs kan men informatie aanvragen voor het volgen van een cursus. Op een zweefvliegdag breng je veel tijd op het veld door, met zelf zweven, maar ook met het helpen van je clubleden. Je maakt meestal zo’n drie vluchten op een dag.
De instructeur besluit wanneer je klaar bent om in je eentje, ”solo”, de lucht in te gaan. Meestal is dat na zo’n 40 tot 60 starts. Soms hebben zweefclubs hier bepaalde eisen voor en dien je eerst een bepaald aantal starts te hebben gemaakt om solo te mogen gaan.
Bij het solo gaan dien je medisch te zijn goedgekeurd en is het lidmaatschap van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL) verplicht, in verband met de verzekering. Meestal vlieg je je eerste solo in dezelfde tweezitter als waarin je instructie hebt gekregen. Na je solo gaat de opleiding weer verder met de instructeur.

Als je vliegervaring genoeg gevorderd is, is het mogelijk het zweefvliegexamen af te leggen, nadat je de theorie behaald hebt. Na het behalen van je brevet (Glider Pilots Licence) kunnen er nog sportbrevetten worden gehaald voor bepaalde prestaties in het zweefvliegen, zoals 50 km afstand, 1000 meter hoogte, etc.

[H2]Theorie-opleiding[/H2]
De theorie voor het GPL houdt de volgende vakken in:

Voorschriften
Meteorologie
Instrumenten
Zweefvliegtuigen
Navigatie

Het vak Zweefvliegtuigen bevat de subvakken Constructie en Aerodynamica. Heb je al een ATPL, CPL, PPL, RPL, Groot militair brevet of Marine brevet, dan kun je ontheffing aanvragen voor de theorievakken, behalve voor Zweefvliegtuigen. Zie hiervoor ook het examenregelement op http://www.brevet.aero/

[H2]Praktijk-opleiding[/H2]
De praktijkopleiding bevat:

- vluchtvoorbereiding, inclusief het opbouwen het zweefvliegtuig en de daaropvolgende inspectie
- technieken en procedures die behoren bij de te gebruiken startmethode, inclusief snelheidsbeperkingen, noodprocedures en signalen
- het gebruik van een luchtverkeerscircuit, procedures en voorzorgsmaatregelen om botsingen te voorkomen
- het besturen van een zweefvliegtuig met behulp van zichtreferentie buiten
- het vliegen binnen de gehele reikwijdte van de ”vluchtenveloppe”
- herkenning van en het herstel uit beginnende en volledige overtrek en spiraalduikvluchten
- normale en dwarswindstarts, -naderingen en -landingen
- het overlandvliegen gebruik makend van herkenningspunten op de grond
- noodprocedures

[H2]Medische keuring[/H2]
Voor het solo gaan dien je medisch gekeurd te zijn bij een sportmedisch centrum.

[H2]Praktijk-examen[/H2]
Het praktijk-examen wordt aangevraagd wanneer je instructeur denkt dat je er klaar voor bent en je voldoet aan de ervaringseisen voor het GPL. Het examen bestaat uit o.a. slipvlucht, zijwindlanding, wisselbochten en asymmetrische overtrek.

[H2]Brevet[/H2]
Als zweefvlieger krijg je het GPL: Glider Pilots Licence. Hiermee mag je in binnen- en buitenland zweefvliegtuigen besturen. Je brevet is alleen geldig als je ook in het bezit bent van een geldig medisch keuringsbewijs.

[H2]Kosten[/H2]
Zweefvliegen kost niet zoveel geld (contributie wisselt per club, bijvoorbeeld 500 euro per jaar) maar wel veel tijd. Dit komt o.a. doordat het onderhoud aan de vliegtuigen door de clubleden zelf wordt gedaan, wat zeer leerzaam is. De tijd die je aan het zweefvliegen en alles wat daarbij hoort besteedt (onderhoud, karweitjes) is vaak heel gezellig.

Voor een introductievlucht kun je spontaan langskomen, maar ben je lid van de club, dan wordt er meer van je verwacht. ’s Ochtends ga je naar de briefing waar de instructeurs vertellen wat de weersverwachtingen zijn en wat er die dag gebeuren gaat. Vervolgens help je de vliegtuigen naar het veld te brengen, doe je allerhande klusjes op het veld, maak je een paar starts, help je anderen met hun starts en breng je ’s avonds de kisten weer terug naar de hangar. Doordat het allemaal vrijwilligerswerk is en iedereen meehelpt kan de club de kosten en de contributie zo laag mogelijk houden.

Zelf raak je zo bekend met de vliegtuigen en het reilen en zeilen van de club. Bovendien leer je vlug je mede-clubleden kennen. Na afloop van de zweefvliegdag is het tijd voor napraten onder het genot van een drankje in de club of het vliegveldrestaurant. Dat kunnen heel gezellige dagen zijn.

[H2]Zweefvliegkampen[/H2]
De clubs organiseren vaak speciale kampen van één of meer weken in het buitenland, waarbij heuvelachtige locaties worden uitgezocht en het goed zweefvliegen is. Er zijn ook clubs die dergelijke kampen op het eigen veld organiseren. Als niet-zweefvlieger kun je je daarvoor opgeven en leer je tijdens je vakantie zweefvliegen.

[H2]Scholierencursus[/H2]
De KNVvL organiseert in samenwerking met EPST een gesubsidieerde scholierencursus zweefvliegen onder de naam "iFLY". Zie ifly.zweefportaal.nl voor meer info.

[H2]Het brevet, en wat nu?[/H2]
Zweefvliegclubs zijn echte clubs waarbij iedereen actief meehelpt met het onderhoud van de vliegtuigen en op de dagen waarop het vliegbedrijf actief is. De clubs organiseren ook zomervliegkampen in het buitenland, in heuvelachtig of bergachtig gebied. Daar is vaak veel thermiek te vinden en kan er verder en hoger worden gevlogen dan in Nederland. Zo krijgen de ervaren leden de gelegenheid hun zilveren en gouden brevetten halen, terwijl de leerlingen verder kunnen gaan met hun opleiding.

In Duitsland - waar zweefvliegen zo’n 33.000 beoefenaars kent - vliegt men graag in het Sauerland of in het zuiden. Het Italiaanse Vall d’Aosta, een dal in de Alpen, is populair in het voorjaar voor het vliegen naar recordhoogtes, compleet met zuurstofflessen en -maskers aan boord. Buiten Europa zijn Australië, Zuid-Afrika, Argentinië en Amerika populaire zweefvlieglanden om lange afstanden en grote hoogtes te vliegen.

Daarnaast kun je meedoen met competities als het Online Contest. Ga je een afstand vliegen, dan neem je een logger mee. Dit is een klein apparaatje wat registreert waar en hoe hoog je vliegt. Het bestand uit deze logger kun je downloaden naar je pc en uploaden naar de website van het Online Contest. Je vlucht is dan voor iedereen te bekijken en je doet mee met de competitie. Klik op de banner om de meest recente vluchten in Nederland te bekijken.

Zo'n loggerfile kun je overigens ook afspelen in speciale zweefvliegsoftware als SeeYou. Op die manier zie je een 'filmpje' van je vlucht. Ook kun je loggerfiles van anderen (die je bijvoorbeeld kunt downloaden van de OLC site) tegelijkertijd afspelen.

[H2]Beroepen[/H2]
Er is eigenlijk niet zoiets als een beroepszweefvlieger. Het is immers een hobby, een sport. Wel is het mogelijk instructeur te worden, wat echter meestal vrijwilligerswerk blijft. Voor het geven van praktisch vliegonderricht is de bevoegdverklaring RFI (recreational flight instructor) nodig die geldig is voor de betreffende categorie, klasse of type. In een enkel geval worden zweefvlieg-instructeurs betaald, maar dan nog is het zelden te zien als meer dan een bijbaan.

[H2]Kennismakingsvlucht[/H2]
Een kennismakingsvlucht of proefles kan variëren van ca. 15 tot 35 euro voor 5 tot 15 minuten vliegen. Er worden ook wel speciale introductiedagen gehouden. Reserveren is veelal niet mogelijk, tenzij je met een groep komt. Neem contact op met een club voor de precieze mogelijkheden.

Ga gewoon in het weekeinde langs bij het plaatselijke (zweef-) vliegveld of bel eerst even, men is graag bereid om nieuwelingen de grondbeginselen te leren. Het vliegen vindt meestal van 10.00 tot 17.00/18.00 uur plaats.
 
Back
Top