Diana
Active member
Selectiefase 4: Visual Flight Selection & Selectie Opleidbaarheid Luchtvarenden (SOL)
Sinds eind 2009 is een nieuwe selectie ronde ontstaan, genaamd Visual Flight Selection en de Selectie Opleidbaarheid Luchtvarenden. De oude 'PVS' is nu opgesplitst in twee delen. Namelijk de Visual Flight Selection (VFS) en de praktijkvluchten, SOL. Het doel van de SOL is in principe hetzelfde gebleven; kijken of je op 'de horizon' kan vliegen, dus door middel van de neusstanden. Het is dus een keuring om net als bij de GVSS het zogenaamde 'vliegerhandje' te vinden.
Visual Flight Selection
De VFS is het eerste gedeelte van de SOL en wordt in tegenstelling tot de oude PVS gedaan in een simulator. Dit wordt gedaan in het CML te Soesterberg in dezelfde simulator als van de GVSS (ALSIM).
Het grote verschil staat al in de titel. Je vliegt nu visual. In tegenstelling tot de GVSS heb je nu een groot 180 graden scherm voor je neus waarop een virtuele wereld wordt geprojecteerd. Het is hierbij ook de bedoeling dat je net als bij de PVS, vliegt door middel van je neusstanden. Dit staat bekend als 'attitude flying'. Daarnaast zal je je af en toe ook moeten oriënteren op landmerken (kustlijnen, meren, vliegvelden etc.).
Voorbeeld van een Visual Simulator. Let op, dit is niet dezelfde als van de Luchtmacht. Bron: Egnatio-Aviation
Net als bij de GVSS wordt ook bij de VFS de druk enorm opgevoerd. Je maakt een viertal vluchten waarbij elke vlucht moeilijker zal worden. Je zal net als bij de GVSS een vluchtplan van te voren krijgen die je moet gaan vliegen. Het verschil is dat er in de vluchtplannen van de VFS in plaats van een koers af en toe ook een grondpunt opstaat waar je heen moet vliegen. Naarmate de geoefendheid toeneemt, zullen de kunstmatige horizon en koerstol worden afgeplakt. In deze situaties heb je dus alleen de neusstand als referentie. Leer die neusstanden goed als je die instrumenten nog tot je beschikking hebt! Er is bijvoorbeeld een vaste neusstand voor 95 knopen (mits de juiste RPM geselecteerd is) en voor een bocht met 15 graden dwarshelling. Door lengteverschillen zullen de neusstanden voor iedereen anders zijn, voor jou zal die echter altijd gelijk blijven.
Nieuw bij de VFS is dat je niet de enige bent! Er zullen regelmatig vliegtuigen voorbij vliegen die jij moet zien en roepen. Daarnaast wordt nu gestart en geland van een echt vliegveld. Je zal dus echt een approach vliegen en zelf landen op een landingsbaan! Hoe dat in zijn werking gaat, wordt uitgelegd in het theorieboek dat je thuis krijgt toegestuurd.
Daarnaast zal je ook nog het GVSS theorieboek ontvangen (of houden na de GVSS). Leer deze ook nog een keer voor de VFS. Met name de powersettings en handelingsvolgorden.
Tips:
Selectie Opleidbaarheid Luchtvarenden
Door middel van een aantal oefeningen, worden verschillende aspecten getest. Daarbij moet je denken aan vliegaanleg (het bekende ‘vliegerhandje’), de G-kracht tolerantie en eventuele luchtziekte.
Het vliegveld seppe, met zicht op baan 07 De SOL wordt gevlogen op het vliegveld Seppe, gelegen aan de A58 tussen Breda en Roosendaal. In Roosendaal overnacht men tijdens de selectie in een hotel. Iedere kandidaat ondergaat deze laatste selectieronde bij het Test & Training Centre (TTC) Seppe. Een zeer ervaren instructeur, vaak een oud-vlieger van de Luchtmacht, gaat met de kandidaat de lucht in en beoordeelt diens prestaties. Voor de vluchten gebruikt TTC Seppe de Slingsby Firefly T67-M200. Dit is een ‘two seater, side-by-side- fully aerobatic trainer’: Een tweezits instructietoestel, geschikt voor het maken van kunstvluchten, waarbij instructeur en leerling naast elkaar zitten. Je zult tijdens je vluchten merken dat het toestel sterk afwijkt qua gedragingen en besturing van de simulators van de GVSS.
Takeoff op Seppe Je gaat tijdens deze selectieronde slechts twee vluchten maken. Houdt er echter rekening mee dat dit alleen onder ideale omstandigheden het geval zal zijn. Het vliegen is sterk afhankelijk van het weer, dus het kan voorkomen dat je op onregelmatige basis de lucht in gaat. Voor de vluchten wordt er uitgebreid gebriefd. Het is wellicht verstandig enkele aantekeningen te maken bij deze bespreking. De kisten worden gecheckt en buitengezet, waarna de eerste kandidaat gaat vliegen. s'Middags wordt er een korte pauze gehouden, waarna de volgende vlucht kan worden gemaakt. Na iedere vlucht wordt er uiteraard ook ge-debriefd. Iedere kandidaat dient een duidelijke zelfevaluatie te maken, waarna de instructeur alle fouten behandeld. Maak hiervan aantekeningen zodat je fouten onthoudt en in de volgende oefening probeert te verbeteren. Hierboven las je dat men sterk afhankelijk is van het weer voor het maken van de vluchten. Dat komt omdat men tijdens deze vluchten, anders dan bij de GVSS, niet meer op instrumenten vliegt. Er wordt ‘contact’ gevlogen, dat wil zeggen visueel. De instrumenten nemen nu een secundaire plaats in. Een deel van deze procedures staan in een boekje dat je ontvangt als je wordt uitgenodigd voor deze selectie. Naast algemene informatie over het toestel staan er een aantal zaken in die je zeker goed moet kennen om de vluchten te maken. Het belangrijkst daarbij zijn de motorinstellingen: de inlaatdruk (Inch) en toerental (RPM). De motorinstelling wijken af van de simulators omdat dit toestel over een verstelbare propeller beschikt. Zo kan men een constant toerental instellen bij verschillende inlaatdruk. De inlaatdruk wordt met de bekende gashendel ingesteld door de kandidaat, het toerental wordt door de instructeur gecontroleerd. Meer procedures krijg je in een map uitgereikt bij het TTC Seppe. Deze map bevat de belangrijkste informatie over de vluchten. Hierin worden handelingsvolgorden, neusstanden, ‘cross-checks’, algemene ‘checks’ en motorinstelling uitgebreid beschreven per vluchtprocedure. Deze informatie moet je werkelijk kunnen dromen. Dus bestudeer deze stof wanneer je daar tijd voor hebt. Hieronder staan kort de prioriteiten die je tijdens de vlucht in de gaten moet hebben: [H2]1. Het overzicht [/H2] Het belangrijkste element van de SOL. Omdat er visueel wordt gevlogen is het van het grootste belang om het overzicht te houden. Voer voortdurend de ´cross-checks´ uit. Scan je omgeving van links naar rechts en vice versa. Neem daarbij tevens de vleugelstand, neusstand en instrumenten in je op. De neusstand heeft daarbij de prioriteit. Voor elke vluchtprocedure is er een nauwgezette neusstand ten opzichte van de horizon. De kleinste afwijking hiervan resulteert in snelle afwijking op andere instrumenten! [H2]2. De handelingsvolgorden:[/H2] Als tweede belangrijke punt de handelingsvolgorden. Weet waar je mee bezig bent. Het succesvol vliegen is voor een groot deel afhankelijk van de kennis van de kandidaat. Zoals gezegd moet je handelingen kunnen dromen. Zo bespaar je jezelf tijdens het vliegen denktijd. Nog belangrijker: weet wat je moet gaan doen. Anticiperen is een sleutelwoord bij het vliegen. Je hebt altijd tijd om je vluchten op de grond voor te bereiden, dus maak daar handig gebruik van. Het is niet onverstandig het een en ander op papier te zetten, want zo onthoud je zaken beter. [H2]3. De correctie:[/H2] Net zoals bij de GVSS worden de marges waarin men vliegt steeds kleiner. Daarom is het belangrijk zo strak mogelijk te vliegen. Natuurlijk vliegt niemand perfect, dus ben niet bang voor fouten. Maar het is wel belangrijk vlot afwijkingen te bespeuren en die vervolgens te corrigeren. Laat afwijkingen niet te lang ongemoeid en ben ook niet te snel tevreden met jezelf. Accuratesse en snelheid zijn de belangrijkste begrippen. Meer dan in de GVSS is het secuur vliegen tijdens de SOL afhankelijk van het trimmen. Zoals bekend bestaat het trimmen uit twee delen: het grof en fijn trimmen. Beiden zijn van groot belang omdat daarmee eenvoudig vluchtafwijkingen kunnen worden voorkomen. Bedenk dat je vlot moet trimmen. Je linkerhand dient de gashendel niet te lang los te laten. Tijdens de GVSS werd je vliegaanleg onderzocht in een nagebootste situatie. In de praktijk kom je een aantal nieuwe aspecten tegen. Ook daarop wordt je getest. Zo zul je rekening moeten gaan houden met ander vliegverkeer. Op Seppe merk je snel dat je niet de enige ziel op aarde bent die het luchtruim kiest. Het wordt duidelijk dat je tijdens het vliegen ook nog op andere toestellen moet gaan letten. Omdat je vanuit de kist een prima zicht hebt is dit niet geheel onmogelijk. Wanneer je een ander luchtvoertuig opmerkt dien je dit over de radio aan de instructeur duidelijk te maken. Maar instructeurs bemerken het andere verkeer natuurlijk in negen van de tien gevallen sneller! Ook het feit dat er werkelijk gevlogen wordt voegt druk toe. Door deze spanning wordt je meer belast. De instructeurs zullen jouw gedragingen in de lucht observeren. Je moet tijdens de vluchten natuurlijk geconcentreerd zijn, maar vlieg tevens ontspannen. Waarschijnlijk is de luchtmacht niet op zoek naar uiterst gespannen persoonlijkheden! [H2]4. Aerobatics[/H2]Ten slotte wordt er nog gekeken naar eventuele luchtziekte. Hoewel iedereen ziek kan worden van beweging is chronische luchtziekte niet gewenst. De verschillende ´aerobatics´ vormen een stevige beproeving voor je maag! – Mocht je hiermee moeite hebben, dan is het verstandig je ogen op de horizon te houden. Blijf ook rechtop zitten en ga tijdens de manoeuvres niet met je hoofd draaien. De ´aerobatics´ stellen ook je coördinatie op de proef – kun je je nog concentreren na een looping of barrelrol.
Enkele voorbeelden van aerobatics in een Slingsby:
[YOUTUBE]http://www.youtube.com/watch?v=BZj3TvWe3kY[/YOUTUBE]
De definitieve uitslag van de selectieprocedure bij de Luchtmacht ontvang je na ongeveer twee weken telefonisch van het CML. Alle procedures kennen als uitslag aanbevolen (positief) of niet aanbevolen (negatief). De resultaten van de SOL kennen in principe een onbeperkte geldigheidsduur. Een negatief resultaat betekent in dat geval dus dat herkansing is uitgesloten.
Sinds eind 2009 is een nieuwe selectie ronde ontstaan, genaamd Visual Flight Selection en de Selectie Opleidbaarheid Luchtvarenden. De oude 'PVS' is nu opgesplitst in twee delen. Namelijk de Visual Flight Selection (VFS) en de praktijkvluchten, SOL. Het doel van de SOL is in principe hetzelfde gebleven; kijken of je op 'de horizon' kan vliegen, dus door middel van de neusstanden. Het is dus een keuring om net als bij de GVSS het zogenaamde 'vliegerhandje' te vinden.
Visual Flight Selection
De VFS is het eerste gedeelte van de SOL en wordt in tegenstelling tot de oude PVS gedaan in een simulator. Dit wordt gedaan in het CML te Soesterberg in dezelfde simulator als van de GVSS (ALSIM).
Het grote verschil staat al in de titel. Je vliegt nu visual. In tegenstelling tot de GVSS heb je nu een groot 180 graden scherm voor je neus waarop een virtuele wereld wordt geprojecteerd. Het is hierbij ook de bedoeling dat je net als bij de PVS, vliegt door middel van je neusstanden. Dit staat bekend als 'attitude flying'. Daarnaast zal je je af en toe ook moeten oriënteren op landmerken (kustlijnen, meren, vliegvelden etc.).
Voorbeeld van een Visual Simulator. Let op, dit is niet dezelfde als van de Luchtmacht. Bron: Egnatio-Aviation
Net als bij de GVSS wordt ook bij de VFS de druk enorm opgevoerd. Je maakt een viertal vluchten waarbij elke vlucht moeilijker zal worden. Je zal net als bij de GVSS een vluchtplan van te voren krijgen die je moet gaan vliegen. Het verschil is dat er in de vluchtplannen van de VFS in plaats van een koers af en toe ook een grondpunt opstaat waar je heen moet vliegen. Naarmate de geoefendheid toeneemt, zullen de kunstmatige horizon en koerstol worden afgeplakt. In deze situaties heb je dus alleen de neusstand als referentie. Leer die neusstanden goed als je die instrumenten nog tot je beschikking hebt! Er is bijvoorbeeld een vaste neusstand voor 95 knopen (mits de juiste RPM geselecteerd is) en voor een bocht met 15 graden dwarshelling. Door lengteverschillen zullen de neusstanden voor iedereen anders zijn, voor jou zal die echter altijd gelijk blijven.
Nieuw bij de VFS is dat je niet de enige bent! Er zullen regelmatig vliegtuigen voorbij vliegen die jij moet zien en roepen. Daarnaast wordt nu gestart en geland van een echt vliegveld. Je zal dus echt een approach vliegen en zelf landen op een landingsbaan! Hoe dat in zijn werking gaat, wordt uitgelegd in het theorieboek dat je thuis krijgt toegestuurd.
Daarnaast zal je ook nog het GVSS theorieboek ontvangen (of houden na de GVSS). Leer deze ook nog een keer voor de VFS. Met name de powersettings en handelingsvolgorden.
Tips:
- Beheers de theorie goed, zowel de GVSS als VFS theorie!
- Probeer de neusstanden te leren terwijl je kunstmatige horizon en koerstol nog hebt. Later heb je ze niet meer en moet je wel op neusstand vliegen!
- Je krijgt van te voren je vluchtplan, schrijf deze uit zodat je hem goed kent.
- Probeer te genieten van het vliegen, dit maakt het veel makkelijker! Dat is visual vliegen is tevens erg leuk.
- KIJK NAAR BUITEN!! Dat is het belangrijkste van de VFS. Dit zal in het begin erg wennen zijn, maar het hele principe is dat je naar buiten kijkt en niet op je continue op je instrumenten tuurt als bij de GVSS.
Selectie Opleidbaarheid Luchtvarenden
Door middel van een aantal oefeningen, worden verschillende aspecten getest. Daarbij moet je denken aan vliegaanleg (het bekende ‘vliegerhandje’), de G-kracht tolerantie en eventuele luchtziekte.
Enkele voorbeelden van aerobatics in een Slingsby:
[YOUTUBE]http://www.youtube.com/watch?v=BZj3TvWe3kY[/YOUTUBE]
De definitieve uitslag van de selectieprocedure bij de Luchtmacht ontvang je na ongeveer twee weken telefonisch van het CML. Alle procedures kennen als uitslag aanbevolen (positief) of niet aanbevolen (negatief). De resultaten van de SOL kennen in principe een onbeperkte geldigheidsduur. Een negatief resultaat betekent in dat geval dus dat herkansing is uitgesloten.
Tank de kisten vol, ontspan tijdens je verblijf in het hotel en probeer door alle stress van het vliegen af en toe te genieten van het vliegen!
]Kijk voor meer informatie ook even op: http://www.ttcseppe.nl/
Last edited by a moderator: