Diana
Active member
Voor het gemak maken we in de Airwork Kennisbank onderscheid tussen CPL- en ATPL-vliegers. De eerste zijnde de beroepsvliegers (CPL), de tweede de verkeersvliegers met bijbehorend ATPL.
Hoewel de meeste aspirant-piloten het ultieme doel zullen hebben om verkeersvlieger te worden (je vliegt op de grootste vliegtuigen, naar de verste landen en je krijgt goed betaald), hoeft dat niet te betekenen dat dat het enige vliegervak is. Misschien wil je niet zo vaak lang van huis zijn, zoek je wat avontuurlijker en afwisselender vliegwerk, wil je liever op helikopters vliegen, ben je al wat ouder (te oud voor verkeersvlieger?) of zoek je gewoon iets anders? Dan zijn er andere mogelijkheden om met vliegen je brood te verdienen.
Het beroepsvliegen kan van alles inhouden: van para’s vliegen boven Texel tot missievliegen in Frans Guyana, van zakenjets door Europa vliegen tot heli-vluchten boven de Noordzee, er is van alles mogelijk. Het werk en de inkomsten kunnen echter onzeker zijn, afhankelijk van wel of geen vast dienstverband en het voortbestaan van je werkgever/ luchtvaartbedrijf.
==Arbeidsmarkt==
De luchtvaart is nogal veranderlijk en in de markt voor beroepsvliegers zit veel concurrentie.
Namelijk, de aspirant-verkeersvliegers met ATPL-theorie en nog niet voldoende uren, zoeken ook het werk van pakketdiensten, taxivluchten, etc. Dit kan zowel freelance werk zijn als werk in vast dienstverband.
Er zijn beroepsvliegers die freelance vliegen, maar toch hun eigen baan erbij houden, al dan niet in deeltijd. Het gaat hier dan wel vaak om vliegers die op latere leeftijd hun beroepspapieren hebben gehaald. Je kansen op werk hangen af van je eigen inzet, hoe vaak je op het vliegveld te vinden bent, een beetje geluk en of ze je een goede vlieger vinden. Je vliegt wel met hun kostbare vliegtuigen, ben je een "cowboy" en rag je maar wat rond, dan verminderen je kansen!
==Salaris==
De meeste luchtvaartbedrijven moeten flink hun best doen om uit de kosten te komen. Onderhoud is duur en met een slecht zomerseizoen, is het bijvoorbeeld niet zo goed qua reclamevluchten. In loondienst kom je daar niet zo vlug.
Loondienst is wel mogelijk bij de wat grotere luchtvaartbedrijven die met grotere kisten vliegen (vracht en taxi), maar dan kom je weer je ATPL-concurrenten tegen en moet je in jezelf investeren voor de juiste rating. Er zijn zoveel vliegers die graag uren maken op die kisten, dat ze soms geld moeten meenemen om daar op te mogen vliegen... Een minder fijne ontwikkeling maar wel de bittere realiteit.
Zodra er een vacature open staat, zijn er honderden sollicitanten die op dezelfde baan azen. Meestal komt er geen advertentie in de krant, aangezien bijna alle vliegers open sollicitaties rondsturen, waar een kandidaat uit gevist wordt als er een vlieger nodig is.
==Gelijk ATPL theorie halen==
Als je voor CPL gaat, haal dan gelijk je theorie op ATPL niveau. Je weet maar nooit en je kunt tot 35 jaar bij de KLM e.a. solliciteren als je nog van gedachten verandert en verkeersvlieger wilt worden.
==Opleiding==
De vliegscholen die opleiden tot een CPL, zijn vaak dezelfde als die opleiden tot het ATPL.
==Ervarings-eisen==
De banen zijn er wel, maar je moet er wel achteraan gaan. Hoe meer uren en ervaring je hebt, en op hoe meer vliegtuigen je kunt/mag vliegen, des te meer kans je hebt. Ervaring is het - vaak kostbare - sleutelwoord. Dit kan met vlieguren maken in Amerika, waar je voor weinig salaris wel uren kunt maken. Het kan ook met diverse banen in Nederland, zoals reclameslepen en rondvluchten. Dit is op eenmotorige vliegtuigen, voornamelijk Cessna 172. Het zogenaamde ”airwork” dus. Veel beroepsvliegers maken hun vlieguren met dit werk. Ook para’s droppen behoort tot de mogelijkheden, maar aan-gezien dit veelal gebeurt met turbo-prop vliegtuigen, moet je hier een aparte opleiding voor hebben gehad (rating). Zeker als je tweemotorige vliegtuigen wilt gaan vliegen, zul je moeten aantonen dat je daar ruime ervaring op hebt. Dan ga je vervolgens solliciteren op banen als vrachtvlieger, zakenvlieger etc.
Als beroepsvlieger kun je worden ingezet voor diverse betaalde klussen, die onder de noemer ”aerial work” of ”airwork” - luchtwerk - vallen, zoals rondvluchten maken, parachutisten droppen, etc.
Hoewel de meeste aspirant-piloten het ultieme doel zullen hebben om verkeersvlieger te worden (je vliegt op de grootste vliegtuigen, naar de verste landen en je krijgt goed betaald), hoeft dat niet te betekenen dat dat het enige vliegervak is. Misschien wil je niet zo vaak lang van huis zijn, zoek je wat avontuurlijker en afwisselender vliegwerk, wil je liever op helikopters vliegen, ben je al wat ouder (te oud voor verkeersvlieger?) of zoek je gewoon iets anders? Dan zijn er andere mogelijkheden om met vliegen je brood te verdienen.
Het beroepsvliegen kan van alles inhouden: van para’s vliegen boven Texel tot missievliegen in Frans Guyana, van zakenjets door Europa vliegen tot heli-vluchten boven de Noordzee, er is van alles mogelijk. Het werk en de inkomsten kunnen echter onzeker zijn, afhankelijk van wel of geen vast dienstverband en het voortbestaan van je werkgever/ luchtvaartbedrijf.
==Arbeidsmarkt==
De luchtvaart is nogal veranderlijk en in de markt voor beroepsvliegers zit veel concurrentie.
Namelijk, de aspirant-verkeersvliegers met ATPL-theorie en nog niet voldoende uren, zoeken ook het werk van pakketdiensten, taxivluchten, etc. Dit kan zowel freelance werk zijn als werk in vast dienstverband.
Er zijn beroepsvliegers die freelance vliegen, maar toch hun eigen baan erbij houden, al dan niet in deeltijd. Het gaat hier dan wel vaak om vliegers die op latere leeftijd hun beroepspapieren hebben gehaald. Je kansen op werk hangen af van je eigen inzet, hoe vaak je op het vliegveld te vinden bent, een beetje geluk en of ze je een goede vlieger vinden. Je vliegt wel met hun kostbare vliegtuigen, ben je een "cowboy" en rag je maar wat rond, dan verminderen je kansen!
==Salaris==
De meeste luchtvaartbedrijven moeten flink hun best doen om uit de kosten te komen. Onderhoud is duur en met een slecht zomerseizoen, is het bijvoorbeeld niet zo goed qua reclamevluchten. In loondienst kom je daar niet zo vlug.
Loondienst is wel mogelijk bij de wat grotere luchtvaartbedrijven die met grotere kisten vliegen (vracht en taxi), maar dan kom je weer je ATPL-concurrenten tegen en moet je in jezelf investeren voor de juiste rating. Er zijn zoveel vliegers die graag uren maken op die kisten, dat ze soms geld moeten meenemen om daar op te mogen vliegen... Een minder fijne ontwikkeling maar wel de bittere realiteit.
Zodra er een vacature open staat, zijn er honderden sollicitanten die op dezelfde baan azen. Meestal komt er geen advertentie in de krant, aangezien bijna alle vliegers open sollicitaties rondsturen, waar een kandidaat uit gevist wordt als er een vlieger nodig is.
==Gelijk ATPL theorie halen==
Als je voor CPL gaat, haal dan gelijk je theorie op ATPL niveau. Je weet maar nooit en je kunt tot 35 jaar bij de KLM e.a. solliciteren als je nog van gedachten verandert en verkeersvlieger wilt worden.
==Opleiding==
De vliegscholen die opleiden tot een CPL, zijn vaak dezelfde als die opleiden tot het ATPL.
==Ervarings-eisen==
De banen zijn er wel, maar je moet er wel achteraan gaan. Hoe meer uren en ervaring je hebt, en op hoe meer vliegtuigen je kunt/mag vliegen, des te meer kans je hebt. Ervaring is het - vaak kostbare - sleutelwoord. Dit kan met vlieguren maken in Amerika, waar je voor weinig salaris wel uren kunt maken. Het kan ook met diverse banen in Nederland, zoals reclameslepen en rondvluchten. Dit is op eenmotorige vliegtuigen, voornamelijk Cessna 172. Het zogenaamde ”airwork” dus. Veel beroepsvliegers maken hun vlieguren met dit werk. Ook para’s droppen behoort tot de mogelijkheden, maar aan-gezien dit veelal gebeurt met turbo-prop vliegtuigen, moet je hier een aparte opleiding voor hebben gehad (rating). Zeker als je tweemotorige vliegtuigen wilt gaan vliegen, zul je moeten aantonen dat je daar ruime ervaring op hebt. Dan ga je vervolgens solliciteren op banen als vrachtvlieger, zakenvlieger etc.
Als beroepsvlieger kun je worden ingezet voor diverse betaalde klussen, die onder de noemer ”aerial work” of ”airwork” - luchtwerk - vallen, zoals rondvluchten maken, parachutisten droppen, etc.