Toch een AOC voor proeflessen nodig?
QUOTE AOPA art:
De rechter oordeelde als volgt: “[…] Tijdens deze vluchten (hierna: proeflessen) leert verzoeker (Lion Air; red.) een passagier globaal hoe een vliegtuig werkt en kan de passagier door de dubbele besturing zelf ook het vliegtuig bedienen. Deze vluchten duren doorgaans een half uur tot een uur en beginnen en eindigen op Rotterdam Airport. Tussen partijen is niet in geschil dat deze proeflessen niet kunnen meetellen voor de opleiding welke slechts kan worden gegeven door een opleidingsinstelling welke voldoet aan de voorwaarden in de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001. Tussen partijen is eveneens niet in geschil dat een proefles niet onder de definitie van rondvlucht, zijnde een verkeersvlucht welke aanvangt en eindigt op hetzelfde terrein en welke een tijdsduur heeft van ten hoogste 60 minuten, valt. Proeflessen kunnen niet worden aangemerkt als lesvluchten aangezien hiervan slechts sprake is indien vlieginstructie in het kader van een opleiding wordt gegeven. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter valt een proefles onder het begrip 'vervoer met luchtvaartuigen' zoals bedoeld in artikel 16 van de Luchtvaartwet. Op grond van dit artikel mag vervoer door de lucht slechts plaatsvinden indien daarvoor een vergunning is verleend. […]”
Artikel 16 van de Luchtvaartwet luidt: “Voor zover bij internationale overeenkomst niet anders is bepaald mag vervoer met luchtvaartuigen in, naar of uit Nederland, of met Nederland als tussenstation, slechts geschieden door luchtvaartmaatschappijen aan wie daartoe door Onze Minister vergunning is verleend”.
Met name voor vliegscholen – zeker de vliegscholen die proeflessen of introductievluchten aanbieden – is deze uitspraak van groot belang. Het verdient aanbeveling te controleren of men voor deze specifieke activiteit wel de vereiste vergunning bezit. De gevolgen bij het ontbreken ervan kunnen verstrekkend zijn; bijvoorbeeld dat men niet gedekt is tegen schade.